Molen Polder 40, Tzum/ Tsjom

Tzum/ Tsjom, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Polder 40
modeltype
Spinnenkop
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03195 a
oude dbnr.
V3541
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 03195 a Polder 40 (Tzum/ Tsjom)
Fotoarchief NSR

locatie

plaats
Tzum/ Tsjom
plaatsaanduiding
1,4 km ONO van Fatum, Z der Oude Meer
gemeente
Waadhoeke, Fryslân
plaats(en) voorheen
Fatum
geo positie
X: 168771, Y: 573557
N: 53.14857, O: 5.59304

constructie

modeltype
Spinnenkop
krachtbron
wind
functie
romp
vierkante ondertoren
inrichting
vijzel, opvoerhoogte 1,10 m
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
vlucht
12 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
omgewaaid
geschiedenis
Deze kleine spinnenkop was gebouwd van hout op een vierkant onderstuk, en hij was gedekt met (verticale) planken. Volgens de eigenaar was de molen rond 1793 gebouwd. Deze watermolen bemaalde polder 40 van 65 ha. De molen was uitgerust met een vijzel, en had een opvoerhoogte van 1,10 meter. De molen had een houten as en roeden. De molen had een vlucht van 12 meter. En de molen was zelf 7,25 meter hoog.
In 1943 was S. Greidanus te Tzum eigenaar van de molen, hij schreef 1943/1949 dat die onder Tzum stond, sectie A no. 7. In 1943 was D. Wijnstra te Spannum de vaste molenmaker van de molen, en verkeerde de molen in een goede staat.
Bron: Inventaris De Hollandsche Molen 3195a, Oorlogsinventarisatie 1943.
Dirk Swierstra.

De molen staat niet op de kadasterkaart 1811-1832 of op de TMK 1850.
Op de waterstaatskaart van 1873 staat een poldergrootte van 60 ha vermeld.
-----

Deze molen stond op een hoekje van het kadastrale perceel Tzum sectie A no. 57. Op het netteplan (kaart van 1887) is hij in potlood bijgetekend en staat er “molen van W.G. Hilverda” bij geschreven.
Dat leidt tot een hit in de moleninventarisatie van de provincie uit 1867. Daarin staat dat de molen van deze eigenaar een vlucht van 8,75 meter had en dat de polder met een grootte van 22 ha volgens Hilverda in 1843 was ontstaan. Deze feiten kloppen dus totaal niet met die hier uit de oorlogsinventarisatie worden opgevoerd!
Dick Bunskoeke, 6 nov. 2022.
-----

In 1948 besteedde eigenaar S.L. Greidanus ƒ 1000 aan het instandhouden van deze spinnekop.
De molen woei op 1 maart 1949 omver.
Bron: archiefstukken in Allemolens.

Op de waterstaatskaart 1947-'49 heet het hier Kooipolder, bemalen door een windmotor aan de Oude Meer.

aanvullingen