Molen (korenmolen) (4e), 's-Heerenberg

's-Heerenberg, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
(korenmolen) (4e)
modeltype
Ronde molen, beltmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03105
oude dbnr.
V197
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 03105 (korenmolen) (4e) ('s-Heerenberg)
Ansichtkaart, coll. H.Noot

locatie

plaats
's-Heerenberg
plaatsaanduiding
Zeddamseweg 77
gemeente
Montferland, Gelderland
streek
Achterhoek en Liemers
geo positie
X: 214219, Y: 432963
N: 51.88205, O: 6.24730

constructie

modeltype
Ronde molen, beltmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
inrichting

n.v.t., in gebruik als vergaderruimte

plaats bediening
beltmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
verdwenen
verwoest
geschiedenis

De molen, die op een hoogte aan de Zeddamseweg ten noorden van 's-Heerenberg naast de Joodse begraafplaats staat, behoort tot de goederen van Huis Bergh. Deze molen werd gebouwd nadat in 1826 een standerdmolen die elders in het dorp stond, bij reparatiewerkzaamheden was ingestort.

De molen werd in 1829 in opdracht van vorst Anton von Hohenzollern-Sigmaringen, de toenmalige bezitter van het voormalige graafschap Bergh gebouwd. Al op 8 juni 1827 werd de molen aanbesteed, aannemer was G. Slittenhorst, molentimmerman uit Werth. De totale bouwkosten bedroegen 3168 gulden en 48,5 cent. De molen werd opgetrokken onder toezicht van de Anholtse architect J.F. Ubbing. Voor de romp werd gebruik gemaakt van oude bakstenen, afkomstig van de in die tijd gesloopte stadspoorten van Emmerich.
Bij de bouw werd zeer geprofiteerd van adviezen van Jan Terlaak, molenaar van de eveneens onder Huis Bergh behorende torenmolen bij Didam (gesl. 1918). Als blijk van waardering ontving hij twaalf paar lepels en vorken, alle voorzien van het wapen van Bergh. Een inwoonster van Zutphen, die deze lepels en vorken had verworven van een nakomeling van Terlaak, legateerde ze in 1960 aan de familie Van Heek op Huis Bergh.

In 1833 overleed Gerrit Kelderman, de eerste pachter van deze molen. Zijn weduwe Cornelia Beerendsen overleed in 1864. Johannes Franciscus Ketels volgde de weduwe Kelderman op, hij overleed in 1852. Zijn weduwe Grada Winterink vertrok naar Giesbeek, terwijl haar broer Theodorus Filippus Jacobus Winterink m.i.v. 3 februari 1852 de pacht van de molen overnam. Op 1 augustus 1854 vroeg hij toestemming om in Stokkum een molen te mogen bouwen. In 1865 was Jan Heijltjes molenaar in 's-Heerenberg.

De molen bleef minimaal vijftig jaar in bezit van de familie Heijltjes, want in een advertentie in De Molenaar van 11 november 1904 vroeg de weduwe Heijltjes een gebruikte ijzeren binnenroede te koop. Deze moest een lengte hebben van 26 tot 27 meter, doch liefst 26 en een halve meter (info Erik Stoop, 6 okt. 2008).

De molen kwam in 1910 buiten gebruik. Door oorlogshandelingen verloor de molen zijn wiekenkruis. Wat er precies met deze molen is gebeurd, lijkt een beetje in nevelen gehuld.

Op 23 november 2018 werd een een jaar durende restauratie afgerond. Deze werd uitgevoerd onder auspiciƫn van molenaar Mario van den Berg en bouwhistoricus Dick Zweers. Men koos ervoor om de molen niet meer te completeren met as en wieken. Zo kunnen het unieke kruiwerk (Engels kruiwerk bovenop de oude onderring van het rollenwerk) en oude zolderingen intact blijven.
Opvallend detail is de zeer zware versteviging van de donsbalk onder de koningsspil. Het voorkevelens en de beltdeur werden vernieuwd, bij de stenen in het metselwerk werd voor de originele rode kleur gekozen.
Bron: "Bijzondere restauratie korenmolen 's-Heerenberg", art. door Rolf Wassens en Marjan ten Broeke in Molens, dec. 2018.

nog waarneembaar

molenromp met kap

aanvullingen