Molen Oude Molen / Molen van Beelen-Rooymans, Budel

Budel, Noord-Brabant
v

korte karakteristiek

naam
Oude Molen / Molen van Beelen-Rooymans
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02857 a
oude dbnr.
V610
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 02857 a Oude Molen / Molen van Beelen-Rooymans (Budel)
Ansichtkaart Serie 54 nr2

locatie

plaats
Budel
plaatsaanduiding
even buiten de kom aan de Gastelseweg n.z.
gemeente
Cranendonck, Noord-Brabant
streek
De Peel
kadastrale aanduiding 1811-1832
Budel F (1) 92 Peter Kneepkens
geo positie
X: 167661, Y: 365517
N: 51.27881, O: 5.56866

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
romp
gesloten voet
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Reeds in 1307 komt er in de verkoopakte van het broek door Willem van Cranendonck een Johannes molenaar voor.
In 1341 vestigde Dirk, Heer van Cranendonck, een rente "op de molen van onsen dorpe van Buedel" Waarschijnlijk had de Heer van Cranendonck het tiendrecht op die molen. Ook hoorde bij die molen een molenhof.
Anna van Egmond, dochter van Maximiliaan, erfde de goederen van Cranendonck met Budel, Eindhoven en ook het graafschap Buren en bracht deze goederen door haar huwelijk met prins Willem de Zwijger in 1551 aan het Huis van Oranje.

RA Budel, R 48 dd 6 januari 1693.
Antonis Willem Driessen stelt zich borg in plaats van Jan Joosten den Smit en Jan Janssen Baptist den jongen voor de pacht van de molen tot Buedel gepagt door Iijmbert Janssen.

Budel R81 folio 87vso dd 29 februari 1708.
Verscheen Dirck Corsten inwoonder alhier als man ende momboir van Marie Andriessen Schrijvers, Andrieske Andriessen Schrijvers beide inwoonderen alhier tot Buedel, als voorkinderen van Elisabeth Meeuwsen de Mulder.

RA Budel, R 58 dd 25 december 1709.
Hendrick Emont Kievits tegenwoordig paghter van de wintmoolen.
Adriaen de Groot molenmeester als aennemer van het werck gerequiseerd tot sijne Con. Majts.van Groot Brittagne volgens het bestek van aennminge van dato den vierden april des verleden jaers 1708.

RA Budel, R 60 folio 64vso en 65 dd 28 maart 1718.
...dat Reijnier van Deursen op den 24 juny 1716 de molen tot Buedel heeft comen bemaelen en aenveerden als paghter van desselve ende dat oor de oogstmaend augusty en in desselve desselfs jaers wel ontrent een geheele maent is still geweest en bij na geen graenen is konnen gemalen worden gelijck mede ontrent alderheijligen desselven jaers ook een groote stilte is geweest ontrent de drie weeken geduurt hebbende, mitsgaders nog in den jaere 1717 voor de oogstmaent augusty en in deselve wel ontrent ses weeken is stil geweest soo dat sij deponenten beneffens andere ingesetenen genootsaekt sijn geweest om haere graenen van de voorschrevene molen aff te haelen ende deselve na het Lant van Luijck ofte elders drie a vier uuren der omleggende plaetsen vervoeren na de respectivelijke watermolens aldaer staende.

RA Budel, R 59 folio 64 dd maart 1719.
...dat Jan van der Parren op den 24 juny 1713 de molen tot Buedel heeft comen bemaelen en aenveerden als paghter van desselve desselve en dat sedert den 24 juny tot ultimo december desselven jaers bijna den halven tijd niet en heeft gewaeyt. ....
De Buullanders waren daardoor genoodzaakt hun graan op watermolens in omliggende dorpen te laten malen.

RA Budel, R 59 folio 65 dd maart 1719.Ende verclaerden sij deponenten nogh wijders dat sijn ook in haer preve beneffens andere ingesetenen genootsaackt sijn geweest op andere omleggende plaetse daer wat er molen mede sijn staende in dier tijd als in bovenstaende attestatie staet gemisereerd met haeren graen hebben moeten ter molen gaen.

Leen en Tolkamer nr. 359
Rentmeester Siebert woonend op het clooster ten hage, heeft op 20 december 1721 een "missive" geschreven waarin hij meldt dat 'de coornwindmolen te Buedel door het omstaende geboomte belet werd in et malen en dat daerinne tegens de aenstaende verpacgtinge der molens diende te worden voorsien.' Op 10 januari 1722 wordt door de Rade van Reekem bepaald dat alle bomen dichter als 100 roeden bij de molen staand moeten worden geamoveert.

Eindhoven R 92 folio 213 t/m 215 dd 20 april 1722.
Compareerden voor Heeren Schepenen der stadt Eindhoven ondergenoemt:
Willem Pellemans en Barbara van der Looz, deszelfs huijsvrouw, jegenwoordig samen wonende tot Exsel in den lande van Luijck, dewelcke bij dezen hebben verclaert, .. dat in den maendt van november des verleden jaers 1721, als wanneer hij deponent als pagter van de wintmoole tot Budel met en beneffens sijne broeder Leendert Pellemans als borge ende medestaender de voorsegde moole samen waren bemalende en ook tesamen waren inwoonende in de huijsinge ende wooninge daer digte bij gelegen en hun lieden samen in eigendom competerende, op den 20e der selve maendt ontrent ten ses uijren in den avont is ingekomen aldaer in de voorseide huijsinge Jan van Distel, sijnde ook borge en medestaender van de voorseide moole.

RA Budel, R 63 folio 17 dd 29 maart 1743.
Compareerde voor mij Johannes Laats en Willem Jonckers, schepenen der heerlijkheid Buedel d'heere Johannes Beckers, rooms capellaen alhier en Jan Janss Swinkels, beide inwoonderen alhier dewelcke verclaerde voor Reynier Janssen van Deursen pagter van de windcoornmolen tot Budel haer selven bij desen te stellen ende te constitueren tot borgen etc. etc.
Actum Buedel deses negen twintigsten maart 17c drij en veertig.

NA Eindhoven, no. 95 dd 13 oktober 1798.
Komen voor J.J.G. Ernest, notaris te Eindhoven Johannes Willem Vaessen wonend te Budel en Martinus Teeuwen wonend te Gastel om zich borg te stellen voor Leendert Pellemans wonend te Budel voor de jaarlijx uitgeloofde pagtpenningen van de coornwindmolen te Budel ingaande 1 januari 1799 tot 31 december 1802 tot eenduizend tien gulden 's-jaars de gulden tegen een en twintig stuivers.

RA Budel, R 72 dd 12 oktober 1807.
Molenaar Leendert Pellemans kan zijn boete van f 2000 niet betalen.
Controleurs peilden op 8 augustus 1807 zijn zakken rogge. Zij vonden vijf zakken met verschillende kwaliteit rogge "alle min of meer met erwten gemengd, dog zoo ons toescheen niet behoorlijk met eenderde, volgens de Letter der Ordonantie" De zakken zijn verzegeld en opgeslagen in het raadhuis.

S.H. Winkelmolen:
Leendert Pellemans pachtte de koornwindmolen van het kroondomijn van koning Lodewijk Napoleon van 1 januari 1802 tot december 1813 voor de som van 300 gulden.

S.H. Winkelmolen:
Of bij de verkoop van de domeinen van Cranendonck in 1820 en 1825 ook de molen is verkocht of aan het beheer van de gemeente is overgegaan, heeft Winkelmolen niet bevestigd gevonden.
Maar toen er een koper uit Weert opdaagde, de molenaar P. Kneepkens, die zich blijkens de Burgerlijke Stand in 1828 in Budel vestigde, bedong hij het alleenrecht van malen, met andere woorden hij kocht de molen onder voorwaarde, dat er geen tweede molen mocht bijkomen.
Door een conflict met de kommiezen sloot Kneepkens de molen en in die tijd werden er twee molens bijgebouwd: in 1846 de molen 'Nooit Gedacht' en in 1867 de molen aan de Boschstraat.

Opregte Haarlemsche Courant
17-02-1847
Een adres van P. Kneepkens, korenmolenaar te Budel, houdende verzoek tot hertaxatie voor het kadaster van zijnen molen, vermits er een tweede korenmolen daar ter stede is opgerigt. Hij verlangt, dat bij de wet worde vastgesteld, dat er in soortgelijke gevallen eene hertaxatie zal plaats hebben.

Op 11-11-1894 berichtte het Nieuwsblad van het Noorden het volgende:
Te Budel (Noord-Brabant) had iemand het ongeluk met de wieken van een standaardmolen in aanraking te komen waardoor hij op een afstand weg geslingerd werd en weldra een lijk was. Hoewel het een onbekende was, vermoedt men door een naamkaartje dat zich in zijne zakken bevond, dat de ongelukkige een molenaar uit Nederweert is.
Ingezonden door Caroline Schaeffer, 25-05-2021

De 'oude molen' werd na beƫindiging van het proces weer geopend en is nog vele jaren door P. Kneepkens en zijn zoon August bemalen. Die had toen echter twee concurrenten, nieuwe stenen molens, berter gelegen en gemakkelijker te bemalen. In de negentiger jaren van de negentiende eeuw kocht H. Gors de "Oude Molen" van Kneepkens. In 1908 werd de molen gekocht door Jan Kees, hij heeft ze nog elf jaar bemalen tot na de eerste wereldoorlog. Toen heeft hij ze geruild voor de molen "Nooit gedacht". De "Oude Molen" moest van nieuwe ijzeren wieken worden voorzien. Lang hebben ze niet meer gediend, want de meer dan 600 jaar oude molen vond in december 1921 door brand een roemloos einde en werd daar ter plaatse niet meer opgebouwd. De molen was toen eigendom van mulder W. Beelen-Rooymans.
Tekst en onderzoek door Ronald Pellemans.

Tot 1921 heeft aan de zuidwestzijde van Budel een standerdmolen gestaan, mooi op een hoge molenberg, goed in de wind en druk beklant. Vlucht ca. 25 meter, tot het laatst toe met geheel houten as en geheel houten gevlucht. In 1921 is deze molen afgebrand. Eigenaar toen was Willem Beelen-Rooijmans. In de Zaanstreek werd oliemolen de Poelsnip aangekocht, die hier tot het malen van graan werd ingericht. Vanwege de concurrentie met de nieuwere Budelse molens Nooit Gedagt (gebouwd 1846) en Zeldenrust (gebouwd 1869), werd de Poelsnip niet op dezelfde plaats herbouwd, maar nu tussen twee dorpen in, nl. tussen Budel en Budel-Schoot, op de Schoterakkers.

Toen vernomen werd dat de molen afgebrand was, gingen J. Kees en zoon Bert kijken. Ze zagen Willem Beelen staan, leunend op een bezem. Er werd gezegd dat het toch jammer was enz. Toen kwam er een boer aangelopen, waarop Beelen zei: "Ich moet een bitje huule" (ik moet een beetje huilen), en deed alsof hij huilde. "Jaja," zei de boer, "het is al goed, je hebt nu al zo veel leed". Wat was namelijk het geval? Deze boer had net een dag van tevoren een grote partij graan naar de molen gebracht, die hij door de brand dus kwijt was. Beelen speelde dus komedie om aan een schadevergoeding te ontsnappen.
informatie van Rob Simons, 12 mei 2011