1884: Jacob Bloemberg bouwde aan de Klazienaveensestraat naar Barger Oosterveld een molen die twee maalstenen bezat. De grond (24 are en 50 centiare) was voor ƒ 245 aangekocht van de Drentsche Veen- en Middenkanaal Maatschappij. De molen stond ten NW van het dorpsmidden aan de Emmerweg Oostzijde.
In 1896 nam L. Bos de molen over.
20-12-1898: Prov. Drentsche en Asser Courant
"Dinsdag 27 December a.s., des midd. om 12 uur, bij WIELENS te Emmen, zullen, ten verzoeke van den Heer Jb. Bruining c.s., in ééne zitting en alzoo bij inzet en palmslag, publiek worden geveild:
Een druk beklante Korenmolen met omgelegen Grond, te Nieuw-Dordrecht, gem. Emmen, Notaris Oosting."
23-04-1902: De Molenaar
Gevraagd, door omstandigheden met 1 Mei een bekwaam of aankomend Molenaarskencht, ongehuwd, door L. Bos, molenaar, N.-Dordrecht, Gem. Emmen -- Drenthe."
Op 22 februari 1903 woei een groot deel van het molenaarshuis af.
16-12-1903: Prov. Drentsche en Asser Courant
"Wind-Korenmolen Nieuwe-Dordrecht
Notaris Oosting zal op Maandagen 28 dec. en 11 jan. e.k., telkens voorm. 11 uur in het logement van Oldenhuizing te Nw-Dordrecht, bij inzet en palmslag, publiek veilen:
Een zeer beklanten Wind-Korenmolen met twee paar Maalsteenen en drukken handel, benevens daarbij staande Woning en ruim 1 Hectare Bouwland, te Nieuw-Dordrecht, gemeente Emmen.
Ten verzoeken van en toebehoorende aan L. Bos
Inmiddels uit de hand te koop."
30-12-1903: Prov. Drentsche en Asser Courant
"Wind-Korenmolen
Notaris Oosting zal op Maandag 11 Januari e.k., voorm. elf uur, in het Logement van Oldehuizing te Nieuw-Dordrecht, bij palmslag verkoopen:
Wind-Korenmolen met twee paart Maalsteenen en IJzeren As, voorzien van een Bliksemafleider en waarvan is verbonden een drukken handel, ingezet op slechts ƒ 1350,-- benevens de daarbij staande Woning met bijgelegen Bouwland, gr. ruim 1 HA ingezet op ƒ 620,- een en ander staande en gelegen te Nw-Dordrecht, gem. Emmen.
Ten verzoeke van en toebehoorende aan L. Bos."
1904: Klaas Schut uit Ruinen werd de eigenaar. Schut trok ook een knecht aan: Martinus Mulder (bijnaam Mulder Tiensie). Deze nam de molen in 1939 over. Mulder liet in de 1930-er jaren het motorhuis bouwen waarin een dieselmotor kwam te staan die de malerij ging aandrijven. In 1939 bracht molenmaker Th. Bremer uit Adorp een roede aan die afkomstig was uit Woldendorp (Groningen).
1948: De molen was al in verval
1951: De roeden en staartwerk verkeerden in slechte staat.
1954: In september 1954 volgde sloop en daarmee verdween de laatste van de drie molens die Nieuw-Dordrecht hebben gesierd. Door de opkomst van grote veevoederfabrieken werd er gaandeweg steeds minder gemalen, de molen raakte in verval in werd in 1954 gesloopt
