Molen Twickelse Molen, Delden

Delden, Overijssel
v

korte karakteristiek

naam
Twickelse Molen
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02715 b
oude dbnr.
V122
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 02715 b Twickelse Molen (Delden)

Schilderij van W.J. Bitter, uitsnede

locatie

plaats
Delden
plaatsaanduiding
Zaagmolenweg 1
gemeente
Hof van Twente, Overijssel
streek
Twente
kadastrale aanduiding 1811-1832
Ambt Delden B (5) 520 Maria Cornelia gravinne van Wassenaer
geo positie
X: 246940, Y: 475793
N: 52.26248, O: 6.73398

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
verdwenen
over op stoom
geschiedenis

In 1771 liet graaf Carel George van Wassenaer Obdam (1733-1800) eigenaar van kasteel en landgoed Twickel bij Delden een zaag- en pelmolen bouwen aan de Oelerbeek op ongeveer 1200 meter ten zuidoosten van kasteel Twickel.
De molen was een achtkante stellingmolen met drie verticale zaagramen met slede en op de eerste verdieping een pel-installatie.

Twente was in die tijd nog arm aan bos. Het hout voor de molen werd vanuit de omgeving van Amsterdam en de Zaanstreek aangevoerd. Het vervoer ging grotendeels over water, vanuit het westen van Nederland over de Zuiderzee, vandaar via de IJssel en de Regge naar Enter vanwaar het met paard en wagen naar de houtzaagmolen werd vervoerd.

Tussen 1771 en 1775 liet Carel George de Twickelervaart graven tussen Delden en Enter, deze was van groot economisch belang voor de regio en was naast transportweg ook afwateringskanaal om de moerassige gebieden rondom Twickel geschikt te maken voor bosbouw. Ongezaagde stammen konden toen geheel over water worden aangevoerd. Het gezaagde hout werd deels op het landgoed gebruikt en deels werd het naar Friesland verscheept en daar geleverd aan een houtverkoper in Makkum ten behoeve van de vloot van de Admiraliteit van Friesland, waar Van Wassenaer belangen in had.

De pel-installatie is tot ongeveer 1835 in gebruik geweest.

Ruim honderd jaar wordt er met windkracht gezaagd tot omstreeks 1880 baron Carel George Unico Wilhelm van Heeckeren van Wassenaer liet onderzoeken of het mogelijk was de molen aan te passen aan aandrijving met stoom.
De staat van de molen was zodanig dat er ingrijpende en kostbare reparaties nodig waren om de windmolen te behouden. Er werd besloten de molen te ontmantelen.
Ter hoogte van de stelling kwam een zadeldak.
Naast het molengebouw werd een stenen gebouwtje geplaatst.
Hierin kwam een stoomketel en stoommachine van 14 à 16 pk, deze werden geleverd door de firma Gebr. Stork te Hengelo.
Van de drie verticale zaagramen werd er één vervangen door een cirkelzaagmachine.
In 1883 werd de stoommachine in bedrijf genomen.

In 1912 kreeg Twickel een eigen elektriciteitscentrale en baron Rodolphe Frédérique van Heeckeren van Wassenaer overwoog daarna om de houtzagerij op elektriciteit te laten werken. Op 8 november 1921 gaf gemeente Ambt Delden een vergunning af voor het plaatsen van een motor van 30 pk voor de zaagramen en een motor van 10 pk voor de cirkelzaag. In 1922 was de aanpassing voltooid.

Om de productie op te voeren werd in het midden van de vijftiger jaren, het kleine verticale zaagraam vervangen door een horizontale zaagmachine en kwam er een hefinstallatie met loopkat om bomen op de zaagmachines te kunnen plaatsen.
De houtzagerij had toen een groot verticaal zaagraam, een horizontale zaagmachine en een cirkelzaagmachine, alles elektrisch aangedreven.
In de zeventiger jaren werden er plannen ontwikkeld voor de aanschaf van een moderne bandzaagmachine. Deze kon echter niet in het bestaande molengebouw worden geplaatst en daarom werd besloten om naast de oude houtzaagmolen een nieuwe zagerij te bouwen.
In 1975 werd deze in gebruik genomen, de oude zagerij werd niet meer gebruikt en raakte in verval.

In 1988 werd de "Stichting Vrienden van de Molen" opgericht en begon de "Stichting Scholing, Restauratie en Innovatie in de Bouw in Overijssel" (het R.I.B.O.) met een grondige restauratie van de molen.
De werkzaamheden namen twee jaar in beslag en in 1990 werd de oude houtzaagmolen feestelijk heropend.

nog waarneembaar

Thans museumzagerij.

aanvullingen

trivia

De oude zagerij is nu open voor publiek. Vrijwilligers onderhouden de molen en geven rondleidingen en demonstraties.

foto's

foto's