Molen Planken Molen / Nieuwen Molen, Oosterhout

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1811

verdwenen

na 1934

geschiedenis

In 1825 was Hendrik Gerard Martens er molenaar.
In 1832 volgde zijn zoon Adriaan Martens hem op.
In 1840 werd Adriaan van den Reijen de volgende molenaar.
In 1850 is Willem Martens de molenaar, die met zijn gezin op 29 april 1869 naar Teteringen is vertrokken. Een jaar eerder was uit Hilvarenbeek de molenaar Hendrik de Roos in hetzelfde huis komen wonen en hij heeft de molen van Willem Martens toen overgenomen.
In 1880 werd hij genoemd een stoom- en windmolenaar. Zijn zoon Johannes was zijn opvolger en werd in 1900 genoemd graan- en schorsmolenaar.
Op 28 mei 1909 kwam uit Haren de molenaar Bernardus van Dijk bij deze molen wonen en bleef tot zijn overlijden in 1934 daar de molenaar.

Willem Martens, schorsmolenaar, krijgt op 19 juni 1852 een vergunning van Ged. Staten tot het oprichten van een schorsmolen op het perceel Sectie R 326, wijk C, no 5.
Henk de Roos krijgt op 8 april 1875 vergunning van Ged. Staten tot het plaatsen van een stoomtuig in eene op te richten graan- en schorsmolen.
Op 31 augustus 1906 werd aan Jacobus de Roos te Vlijmen vergunning verleend voor het plaatsen van een zuiggasmotor van 16 PK in plaats van een 10 PK stoommachine.
J. de ROos kreeg op 23 maart 1907 een bouwvergunning voor de herbouw van een stoomgemaal aan de Veerseweg 53.

Uit: Nieuwe Bredasche en Oosterhoutsche Courant d.d. 18 aug. 1867:
Verkoop door J.A.J. de Roij, notaris te Teteringen op 29 aug. 1867 ter herberge van J. Olislagers, in de beurs te Oosterhout en veilen en op 12 sept.1867 ter herberge van Ant. Donkers, aan de Barrière te Oosterhout finaal verkopen:
1e koop. Eenen graan- en schors- windmolen, met al deszelfs gaande en staande werk, stal en bouwland, staande en gelegen aan den steenweg van Breda op Gorinchem, onder de gemeente Oosterhout, zamen ter grootte van 86 roeden en 98 ellen, en zoo als hetzelve ter plaatse afgebakend is.
2e koop: Eene huizinge, schuur, tuin, bouwland en erf, staande en gelegen als voor, ten westen van den eersten koop zamen ter grootte van 32 roede en 50 ellen.
Beide koopen in gebruik te aanvaarden op de betaaldag 11 nov. 1867.

25 augustus 1867:
1e Koop: Eenen graan- en schors-windmolen met al deszelfs gaande en staande werk, bouwland en erf staande en gelegen te Oosterhout, aan den steenweg van Breda op Gorkum. kadaster Sectie R 326 windmolen en erf groot 4 roede en 48 ellen. R 325 erf en groot 40 ellen en het oostelijk gedeelte van R 324 bouwland ter grootte van 82 roede en 10 ellen.
2e koop: Een huis, schuur, erf, tuin en bouwland en gelegen ten westen van den eersten koop, kadaster sectie R 327 huis en erf groot 6 roeden 40 ellen, R 328 tuin groot 9 roeden en het westelijk gedeelte van R 324 bouwland ter grootte van 16 roeden 20 ellen.

Bron: Oosterhout van vroeger, door J.A.A.M. Oomen, 1982