De molen werd gebouwd tussen 1680 en 1682 voor de Nassause Domeinen (Heer van Breda). De molen heette toen de Braakse Molen.
Vanaf 1738 kreeg de molen de naam De Hoop.
1809 De molen werd getroffen door een hevige storm. De molen was zwaar beschadigd en niet meer te gebruiken.
1812 De molen was weer maalvaardig.
Op 11-11-1816 werd de molen door de Domeinen voor afbraak verkocht aan de laatste pachter Cornelis Jacobus van Gorp voor 2200 gulden.
De molen werd niet afgebroken maar getracht werd de molen weer winstgevend te maken, dat niet erg lukte aangezien de molen concurrentie had van de omliggende molens te Riel en Gilze.
1840 In 1839, molenaar van Gorp was toen al overleden, vroeg zijn weduwe in 1840 om een vergunning om ook schors te mogen malen, die haar gegund werd.
1874 Er werd een nieuwe vergunning aangevraagd door Willem van Gorp om wederom een vergunning aan te vragen voor het malen van schors.
In 1880, vroeg de weduwe van Willem van Gorp een vergunning aan om te mogen malen op stoomkracht.
In 1907 - 1909 werd de molen voorzien van een 24PK zuiggasmotor.
1919 Deze molen is tot 1919 in bezit geweest van de fam. van Gorp.
De laatste molenaar van deze familie was Victor Johannes Dominicus van Gorp, die op 3 november 1919 naar Dongen vertrok.
Tot 1930 is de molen door de fam. Martens-Roovers bemalen.
Begin jaren '30 is deze molen afgebroken.
Informatie van dhr Dr. K.A.H.W. Leenders, 23 september 2012.
Zie Dr. K.A.H.W. Leenders, 'De molens in en om het land van Breda I'
in Jaarboek Oranjeboom XXIX (1976) pagina's 107-146,
meer in het bijzonder pagina 126.
----
Volgens een mondelinge mededeling van de laatste eigenaar dhr. Franciscus (Sus) Martens vond de afbraak van deze molen plaats in 1930. Dit wordt vanuit een andere bron (vakblad De Molenaar) bevestigd, want op 14 mei 1930 plaatst Martens een advertentie waarin hij te koop aanbiedt : "2 wieken, een potroe (lang 26 m), Engelsch kruiwerk, een schorssteen, allen onderdelen van een gesloopten steenen windmolen".
Informatie van Hans Geerts, 23 juni 2012
