Molen Polder Alblasserdam, deel Vinkenpolder, Vinkenpoldersemolen, Alblasserdam

Alblasserdam, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Polder Alblasserdam, deel Vinkenpolder, Vinkenpoldersemolen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
adres
Vinkenpolderweg
Alblasserdam
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02570
oude dbnr.
V868
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 02570 Polder Alblasserdam, deel Vinkenpolder, Vinkenpoldersemolen ( Alblasserdam)

Foto collectie DVM

locatie

plaats
Alblasserdam
plaatsaanduiding
gemeente
Alblasserdam, Zuid-Holland
streek
Alblasserwaard
kadastrale aanduiding 1811-1832
Alblasserdam B (2) 688 De Vinkenpolder
geo positie
X: 106151, Y: 430320
N: 51.85930, O: 4.67808

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
kenmerken
functie
romp
rietgedekt achtkant, stenen veldmuren
kap
rietgedekte kap
inrichting

scheprad breedte 55cm, diameter 5,06m

 

   
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
23 m vlucht
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1929 gedeeltelijk afgebroken 1944 restant verbrand
geschiedenis

Polder Alblasserdam, deel Vinkenpolder/ Vinkenpoldersemolen

Iets voorbij Sportpark ‘Souburgh’ en het nieuwe ‘bedrijf van de Alblasserdamsche Waterleiding, stond vroeger een molen, de z.g. Vinkenpoldersche Molen. Het was een 8k schepradmolen, riet gedekt, met ijzeren as en roeden en had een vlucht van 23 meter. De middellijn van het scheprad bedroeg 5,06 meter. Hartlijn wateras: +0,20m NAP
Bovenkant opleider: -1,34m NAP
De molen diende voor afwatering op de Alblas van de polder Vinkepolder (ruim 207 ha).

De molen, oorspronkelijk een wipmolen, die al in 1597 werd genoemd, werd in de 18e eeuw vervangen door een achtkante grondzeiler.

Uit 'Alblasserdams Heden en Verleden' van Ir. P. Boersma ontlenen wij o.a.:
‘Ten overstaan van Schout, Heemraden en Waardsluiden werd in vroegere eeuwen de reparatie van het timmerwerk van de drie watermolens op Alblasserdams gebied uitbesteed. Dit waren de molens in de polder Blokweer, Kortland en Vinkenpolder.
Er is een bestek uit de 18e eeuw met voorwaarden van aanbesteding van het onderhoud voor de tijd van 6 jaar, ingaande 1 januari 1720. Eén en ander moest door de Ambachtsheerlijkheid goedgekeurd worden. Het bestek is in 2 hoofdstukken verdeeld, nl. reparatie en nieuw te maken werk. Op de ‘verschijndag’ moest de aannemer elk jaar het onderhoud ‘wel gerepareert’ opleveren. Wat betreft het nieuwe werk moesten in die zes jaar alle molens van een nieuwe bovenas worden voorzien. Hiervoor staat in het bestek een bedrag van f 54,— voor de molen in Blokweer, f 42,— voor die in Kortland, terwijl voor die van de Vinkenpolder geen bedrag wordt genoemd. Roeden en schepraderen die onklaar raken, moeten door de aannemer vervangen worden.
De besteders zullen de aannemer niet ‘eenige fooije ofte halfvaetje’ geven voor het maken van nieuwe assen of roeden.
Degene die bij de inzet der aanbesteding voor het laagste bedrag inschrijft, ontvangt drie gulden strijkgeld. Laagste inschrijver was toen aannemer Andries van de Korput met f 69,— voor het onderhoud van de Blokweersche molen, f 44,— voor de Kortlandsche molen, terwijl voor de molen aan de Vinkenpolderweg geen bedrag in dit bestek van 1 januari 1720 wordt genoemd.

Informatie J. Hoek, juni 2010

*Molenaar C. den Boef hield zich nogal intensief met het molenaarswerk bezig, hoewel het maar een bijbaantje was, dat door het Polderbestuur van Alblasserdam met vrije huur en f 180,— per jaar werd beloond. Ook de inmiddels verdwenen molen in de polder Nieuwland (de polder buitendijks bij de voormalige watertoren) werd door hem onderhouden, daar de bewoners zelf er te weinig kaas van hadden gegeten om dit te doen. Op deze molen moest gewerkt worden afhankelijk van de eb, want dan kon de kleine boezem, waarin het polderwater was opgemalen, weer lozen en de molen weer gaan draaien.
Zowel op de molen in de polder Nieuwland als die van de Vinkenpolder moest ook ‘s nachts gedraaid worden, allemaal afhankelijk van waterstand en wind. Voor de Polderse molen en de Blokkerse Wip diende de Kortlandse molen als peilmolen, dat wil zeggen dat zodra het maximaal toelaatbare peil in de Alblas bereikt was, met draaien gestopt moest worden. Het sein daartoe werd gegeven door middel van een rode lantaarn die molenaar Noorland van de Kortlandse molen in de wieken hees. Zelf kreeg hij zijn sein daartoe vanuit Oud-Alblas. De Vinkenpolderse molen stond, zoals de foto ook laat zien, vrij dicht langs de weg en de wieken konden dan ook wel eens gevaar voor voorbijgangers opleveren. Hier toe, maar vooral voor langskomend vee, was 50 meter voor en achter de molen langs de weg een bel opgehangen, waarmee de molenaar gewaarschuwd kon worden. Vooral ‘s maandagsmorgens, als de boeren hun vee naar de Rotterdamse markt gingen brengen - waartoe ook de Fop Smitboten werden ingeschakeld - was dit het geval

De molen kreeg in 1929 een klein pompgemaal, dat achterin de molen werd geplaatst.

Kort na het bombardement van mei 1940 - ongeveer begin juni - is de molen afgebrand, wat hoogst waarschijnlijk te wijten is geweest aan overwaaiend vuur van auto’s die met houtgas reden en vlakbij de molen daar schoon hadden staan maken. Van de rieten molen, waarvan toen de wieken al verwijderd waren, bleef niets over. In de plaats van het stoomgemaal kwam in later jaren een klein elektrisch gemaal, dat automatisch aan- en afslaat bij een bepaalde waterstand. Dit kleine gemaaltje wordt door de heer C. den Boef nog steeds onderhouden.
De molen op de achtergrond (foto ontbreekt helaas) is een Wipmolen, die door de molenaar T. Verhoef werd bediend en aan de Alblaszijde ter hoogte van bakkerij Vogel stond. Deze molen bemaalde de polder Oud-Alblas tot aan Bleskensgraaf toe.
De scheiding tussen de Vinkenpolderse molen en die van de heer Vethoef werd gevormd door de z.g. Pottersche ka, ook wel Zieuwekade genoemd, waarvan de mensen uit Oud-Alblas gebruik maakten om naar Dordrecht te gaan. Deze kade liep uit op de Hoogendijk, ter hoogte van het Noordhoekse wiel, vlak bij het einde der behuizing op de Hoogendijk aan Papendrechtse zijde. Foto uit collectie A. de Jonge & Zn.

bericht uit een krant, J. Hoek, juni 2010

*In 1926 werd de bemaling van de Vinkenpolder over genomen door een schroefpompgemaal van de polder Oud-Alblas Zuidzijde.
In 1929 werd door D. Ottevanger uit Moerkapelle de molen gedeeltelijk gesloopt.
In het resterende deel werd toen een ruwoliemotor geplaatst.
Op 25 mei 1944 brandde de romp af. Het restant van de fundering en de waterlopen bevinden zich onder het maaiveld of onder water.

Tekst: J. de Vries.

foto's

foto's