Molen Kerkmeer, Oudkarspel

Oudkarspel, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Kerkmeer
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02553 a
oude dbnr.
V7033
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 02553 a Kerkmeer (Oudkarspel)
Uitsnede van onderstaande foto

locatie

plaats
Oudkarspel
plaatsaanduiding
aan de oostelijke dijk
gemeente
Dijk en Waard, Noord-Holland
streek
Geestmerambacht
kadastrale aanduiding 1811-1832
Oudkarspel C (2) 139 Ingelanden van de Kerkmeer
geo positie
X: 114354, Y: 525488
N: 52.71526, O: 4.78570

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
scheprad 4,70 m Ø, 29 cm ↔
later vijzel 1,70 m Ø, 4,50 m lang
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
binnenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
20,50 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gemotoriseerd en verbrand
geschiedenis
Het octrooi tot droogmaking van het Kerkmeer werd op 24 aug. 1546 verleend aan Willem Jansz., schout van Alkmaar, en Jacob Jansz. Stoot van Harenkarspel. In 1547 was de polder droog. De oppervlakte was 61 ha, de diepte 2,10 m onder NAP.
De droogmakers van het Kerkmeer moesten de visrechten die rustten op het Kerkmeer, eerst afkopen en bijdragen in de kosten van de molens, sluizen, verlaten en overtomen van het Geestmerambacht aan de Oosterdijk.

In 1864 werd de polder middels grondduikers verbonden met de Dergmeer (en dus ook het Krommewater), de Kerkmeermolen nam dus de bemaling van alledrie polders voor zijn rekening. Waarschijnlijk rond 1870 werd de molen vervijzeld.

"De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", tweede uitgaaf, Jhr. Mr. J.W.M. Schorer, 1894, blz. 663:
“Aan de oostzijde van den Kerkmeer staat een vijzelmolen van 20.15 M vlucht. De vijzel heeft 1.70 M. middellijn. Deze molen bemaalt niet alleen de beide meren, die door een kanaal verbonden zijn, maar ook het Kromwater en enige percelen land, de Pompstukken genaamd, die te laag liggen om door de molens van den polder Geestmerambacht afgemalen te worden.”

In 1911 werd een nieuwe vijzel geplaatst in de molen.

In november 1914 werd een 30 pk Kromhout ruwoliemotor geïnstalleerd, die de molenvijzel aandreef via een drijfriem. Motortype ER II a, motornummer 1120. De machinist was Cor Wals.

Een paar weken later, op 29 december 1914, verbrandde de molen als gevolg van blikseminslag. De motor raakte wel beschadigd, maar kon gerepareerd worden. Op de molenfundamenten werd voor of in 1916 het nog bestaande machinegebouwtje gebouwd. De notulen (van 1925 af beginnend) melden tevredenheid over de motor, dit gaf aanleiding tot aankoop van de Dergmeermotor.

De Vries noemt in 1936 in de Kerkmeer een ruwoliemotor van 30 pk met centrifugaalpomp. Dit is echter onjuist: het gemaal had een vijzel en heeft die nog steeds.
In 1967 noemt Avis een gemaal met vijzel met 14 m3/min om het water 2,10 m op te voeren. Avis noemt tevens een 'Amerikaan' [een windmotor dus] met dezelfde vlucht als die van de Dergmeer.

De polders Kerkmeer, Dergmeer en Kromwater zijn onvindbaar weggevaagd bij de herverkaveling rond van 1968-1974, de polder werd in 1966 opgeheven. Alleen het pompgebouwtje van de Derg- en Kerkmeerpolder bestaat nog steeds. Bjørn de Vries (eigenaar sinds 1981) heeft de vijzel gerestaureerd en er een Samofa-motor op aangesloten.

Bronnen o.a.:
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
- "Het behoud van het Kerkmeer- en Dergmeercomplex" door Ger Kalverdijk, artikel in "Coog-Blik".
- "Een West-Friese affaire. Malers in de Kerk- en Dergmeer", Bjørn de Vries, 2010.
- informatie van Marianne Teunis, 8 sept. 2013.

aanvullingen

trivia
Bij foto 2: de molen in vreugdestand nadat er een motor in is geplaatst! Links in de verte de kerktoren van Oudkarspel.

Bij foto 3: links molenaar Simon Schuit bij de restanten van de verbrande molen, rechts polderbaas Hendrik Tauber bij de gehavende maar nog bruikbare Kromhoutmotor.