bouwjaar
bestemming

Bemalen van de Drooggemaakte Veender- en Lijkerpolder, thans op vrijwillige basis

molenmaker
Th. Paddenburg, J. Opdam (molenmakers), H. Maart (metselwerk) (1780)
omwentelingen
eigendomshistorie

In 1976 kocht de Rijnlandse Molenstichting deze molen van de Veender- en Lijkerpolder. Vanaf de bouw in 1780 was deze polder eigenaar geweest.

geschiedenis

De Lijkermolen nr. 2 is een twaalfkante stenen poldermolen uit 1780. Krachtens het octrooi van Rijnland van 1744 werd het gebied, dat nu de polder omvat, uitgeveend, waarbij de termijn van vervening op 30 jaar werd gesteld. In de jaren 1779 en 1780 werden twee poldermolens gebouwd om de uitgeveende plas droog te malen en daarna de polder op het gewenste peil te houden.
De molenmakers Tijmen Paddenburg en Pieter Obdam verzorgden het timmerwerk en Hendrik Maart het metselwerk. De afwijkende vorm van de molens is een gevolg van de opvattingen van de metselaarsbazen, namelijk dat ronde molens nooit zo 'dicht' zouden kunnen worden als gemetselde kantige molens. Zonder slag of stoot ging dit niet: de bouw werd in 1780 zelfs enige tijd stilgelegd, omdat het de bedoeling was, dat er ronde stenen molens zouden komen. Uiteindelijk berustten de hoge heren in het - waarschijnlijk - eigen initiatief van metselaar en molenmakers.

In juni 1926 werd de molenvijzel aangesloten op een elektromotor van 80 pk. volgens het systeem Eriksson. Evenwel werd er ook nog zeer vaak op windkracht gemalen. 

Veel geld en moeite kostten beide Lijkermolens in de vroege jaren '50: in november 1950 brak de vijzel van de Nr. 2, terwijl op dat moment de vijzel van molen Nr. 1 ook niet best was. Die had bovendien nog een geklonken beschoeping op een houten balk!
Onder advies van A.J. Dekker werd de vijzel vervangen en kregen de roeden imitatie-fokken. Dit systeem werd in die jaren vaker door Dekker in Rijnland toegepast maar vormde een inbreuk op het octrooi van Ir. Fauël, die het fokwieksysteem in 1946 had geintroduceerd. Er ontstonden dan ook vrijwel direct problemen en het polderbestuur verklaarde, na zoveel in de molens te hebben geïnvesteerd, hierover 'bitter' te zijn. 
Niet veel later hebben beide Lijkers normale fokken gekregen, die ook uitstekend voldoen. Deze grote vijzelmolens moeten er namelijk behoorlijk aan trekken om goed te kunnen malen.

Na het onverwachte overlijden van Cor Borst (15 oktober 1960) kwam de molen als windmaalwerktuig buiten bedrijf en werd de vijzel uitsluitend nog door de elektromotor aangedreven. Wél was de molen af en toe draaiend te zien maar de staat van onderhoud liep terug. Later werd naast de molen een nieuw elektrisch vijzelgemaal geplaatst, waardoor de molenvijzel overbodig werd. Spoedig daarna verkeerden vijzel en vijzelkom in onbruikbare staat. 

Na ruim 20 jaar in matige staat te hebben verkeerd (zo ontbraken jarenlang de fokken op één van de roeden), werd de molen in de jaren '80 grondig aangepakt en kreeg deze onder meer nieuwe roeden en een grote herziening van de kap. De vlucht werd bij de laatste gelegenheid bewust wat aan de korte kant gehouden, omdat deze zeer dicht aan de openbare weg gelegen molen in de praktijk regelmatig last had van botsingen met vrachtwagens. 

Na 2000 is de molen weer maalvaardig gemaakt, o.m. door restauratie en verdieping van de vijzelgoot: deze moest vrijwel geheel opnieuw worden gemetseld. In 2003 werd de tweegangige vijzel, die al geruime tijd bij de molen klaarlag, geplaatst. 

In 2017 is, na vertrek van de vorige bewoners, de molen van binnen goed bekeken. Als gevolg werd de woning afgekeurd en niet lang daarna is van binnen vrijwel alles 'gestript'. Aldus stond de molen enige tijd te wachten om opnieuw ingericht en bewoonbaar te kunnen worden gemaakt. Wél maalde de nieuwe molenaar (en beoogde bewoner) al zeer geregeld waarbij ook vrijwel steeds de vijzel in het werk stond.
In het voorjaar van 2019 begon men met herstel van zowel het interieur als het meer molentechnische gedeelte. Dat betekende enorm veel werk: op veel plaatsen balkkoppen aangieten, loszittend metselwerk repareren en alle vloeren nieuw. Al het isolatiemateriaal werd zodanig aangebracht, dat het kon ventileren. Pas daarna kon er worden gestuct. Intussen was ook de steunder onder de windpeluw aangegoten met kunsthars en de baard hersteld (die zo grotendeels bewaard kon blijven).
In het najaar van 2019 ging de romp in de steigers om ook de buitenzijde te kunnen herstellen. Tenslotte was de molen klaar. 

In 2024 besloot men, beide roeden te vervangen. Dit vond plaats eind november 2025. 

Molenaars op deze molen:
Jan Melman (ca. 1856)
P. Rietkerk (ca. 1863)
P. Dongelmans (1874 - 1924)
Cornelis Borst (1924 - 1960)

trivia

Op een zaterdag in 1956 probeerden Cor Borst (van deze molen) en Arie den Hollander (van de Akkersloot) bij toenemende wind zo lang mogelijk met het volle zeil te blijven malen. Totdat Borst, met zijn veel grotere molen, toch als eerste moest zwichten. 
Toen beide molenaars elkaar de volgende ochtend in het kerkportaal tegenkwamen en Arie den Hollander vroeg: "Kon jij gisteren niet winnen, Cor?", antwoordde Borst: "Ach stik jij toch met je rieten mand!".