Molen Oude- of Hooge Polder, Zuiddammolen, Pijnacker

Pijnacker, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Oude- of Hooge Polder, Zuiddammolen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01768 b
oude dbnr.
V4073
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 01768 b Oude- of Hooge Polder, Zuiddammolen (Pijnacker)
Foto: n.n., opname ca 1910
coll. Karl van Zwieteren,

locatie

plaats
Pijnacker
plaatsaanduiding
Overgaauwseweg
gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Zuid-Holland
streek
Delfland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Pijnacker C (1) 179 a De Oude Polder van Pijnacker
geo positie
X: 88748, Y: 448029
N: 52.01666, O: 4.42207

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
herbouwd
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
In deze buurt kwam reeds rond 1450 een molen te staan, verplaatst vanaf de Kromme Heul (zie Tenbruggencatenummer 08628. Deze molen had tekort capaciteit om het gebied van 1500 morgen droog te houden, dus kwam er al snel een tweede molen bij. Omdat dit nog niet genoeg bleek, werd in 1461 ondanks protesten van de omliggende polders een derde molen bijgeplaatst.
Bron: Hollandse Studiën nummer 12 1982. Met dank aan H. van der Kaay.

In 1577 is deze molen herbouwd nadat zijn voorganger tijdens het Beleg van Leiden was verwoest omstreeks 1574.

Doordat er eerst voor eigen gebruik veen gewonnen werd en later op grotere schaal, ontstonden er sinds de 16e eeuw grote veenplassen rond Pijnacker.

De Oude Polder van Pijnacker werd vóór de droogmakingen van 1761 tot 1789 bemalen door vier molens, te weten de Noordmolen, de Noorddammolen, de Zuiddammolen en de Zuidmolen.
De molens stonden in de omgeving van de schutsluis (Het Verlaat). Zij maalden uit op de Pijnackersche vaart.

Op het oorspronkelijk grondgebied van de Oude Polder van Pijnacker bevinden zich drie droogmakerijen. Twee van deze droogmakerijen kregen een eigen bestuur en reglement en vormden zelfstandige polders.

De 1e droogmakerij werd in 1789 voltooid en kreeg de naam Nieuwe of Drooggemaakte Polder.
De bemaling van de polder bestond in 1789 uit vier droogmakerijmolens, genummerd 1 tot en met 4.
Molen nummer 1 ook wel bovenmolen genoemd, stond aan de Rijskade en behoorde vóór de droogmaking tot de Oude Polder van Pijnacker en had toen de naam Noordmolen.
Molen nummer 2 stond in de zuidelijke hoek van het blok Helpolder bij de Rijskade.
Molen nummer 3 stond aan de zuidoostelijke rand van het blok Voor-Nieuwkoop.
Molen nummer 4, ook wel benedenmolen genoemd stond in het blok Achter-Nieuwkoop op ongeveer 110 meter ten noordwesten van de Katwijkseweg en op 500 meter ten noordoosten van de Nieuwkoopsche weg.

De 2e droogmakerij dateert van omstreeks 1861 en kreeg de naam Droogmaking in de Oude Polder van Pijnacker.

De 3e droogmakerij omvat circa 12 hectare en staat bekend onder meerdere namen. Bekend zijn Vlielandse plas of 'De Kleine Plas', 'Het Poldertje van Buijsen' en de 'Plas van Legner'. Deze droogmaking, die omstreeks 1867 werd gerealiseerd bleef deel uitmaken van de Oude Polder.

De Noorddammolen werd in 1861 vervangen door een stoomgemaal, in verband met de droogmaking van plassen in de polder. Deze droogmaking kreeg een eigen reglement en de naam Droogmaking in de Oude Polder van Pijnacker.
Van de Zuiddammolen zei de fabriek-landmeter van Delfland in een inspectierapport van 12 juli 1871, dat deze molen op dat moment de grootste vlucht had van de molens in Delfland. De molen kwam echter moeizaam op gang, zodat hij bij weinig wind stil moest staan, terwijl andere molens wel konden malen.

Op 6 mei 1861 was er brand in de Zuiddammolen, de schade bedroeg ƒ 110 (bronnen: Waarborgmaatschappij/ E. Stoop/ Archief Oude polder van Pijnacker/ Delftsche Courant 10 mei 1861).

De Zuiddammolen (ook wel Grote Molen of molen van Verburg genoemd, naar de molenaar) werd in 1916 verkocht voor de sloop.
De Zuidmolen (ook wel molen van Lindeman genoemd, naar de molenaar) werd na de stichting van het stoomgemaal in 1861 buiten gebruik gesteld. In het jaar 1873 werd de molen op verzoek van de Droogmaking in de
Oude Polder van Pijnacker weer maalvaardig gemaakt. De molen werd in 1914 afgebroken toen er aan de Overgauwseweg nr. 1 een elektrisch gemaal werd gebouwd ter vervanging van het stoomgemaal.

Het stoomgemaal werd in 1861 ter vervanging van de Noorddammolen gebouwd.
De installatie werd door de firma Nering Bögel en Cie. te Deventer geleverd.
In 1906 wordt er nog een nieuwe stoommachine geleverd door Koninklijke Nederlandsche Machinefabriek voorheen E.H. Begemann.
In 1914/1915 kwamen twee nieuwe elektrische gemalen gereed, één aan de Rijskade (het bovengemaal) en één aan de Noordweg (het benedengemaal)
De molen werd in of na 1916 gesloopt.
Het elektrisch gemaal dat aan de Overgauwseweg nr. 1 werd gebouwd.
Het stoomgemaal werd echter niet direct verwijderd.
In 1943 werd zelfs nog overwogen om het weer maalvaardig te maken. Het is er niet van gekomen en de ketel werd definitief buiten gebruik gesteld.
In 1946 werden de schoorsteen, ketel, machine en scheprad voor de sloop verkocht. Het machinegebouw bleef staan en werd aan de machinist van het elektrische gemaal in gebruik gegeven. uiteindelijk werd het machinegebouw door de gemeente Pijnacker afgebroken, bij de demping van de Oost- en de Westlaanvaart en de verwijdering van het verlaat in de jaren 1969-1973

Molenaars was o.a. Verburg.
nog waarneembaar

aanvullingen

trivia
Volgens een inspectierapport (12 juli 1871) van een landmeter van Delfland, had deze molen op dit moment het grootste gevlucht van Delfland.
Echter de molen kwam moeizaam op gang, zodat hij bij weinig wind stil moest staan, terwijl andere molens wel konden malen.
In 1861 is er brand geweest in de Zuiddammolen. De Zuiddammolen (ook wel Grote Molen
of molen van 'Verburg' genoemd, naar de molenaar) werd in 1916 verkocht voor de sloop.