Purmerender Courant 16 sept. 1874:
De heer P. van Gelder, korenmolenaar te Vrijenban, is er in geslaagd, door toestellen geheel van zijne vinding aan zijn molen die regelmatigheid van beweging te verzekeren, waarnaar bij windmolens tot nog toe vergeefs gezocht werd en waaraan vooral bij wind-korenmolens zulk een behoefte bestaat. Doch niet alleen de regelmatigheid, ook de veiligheid van den molen wordt door de nieuwe inrigting geheel verzekerd.
De molen toch reeft of, zoo als de gebruikelijke term is, legt hare zeilen in of uit, al naarmate de wind meer of minder hevig is, en dit binnen zoo weinig tijds, dat bij een opkomenden windstoot de zeilen zijn weggenomen, alvorens er gevaar heeft kunnen ontstaan.
[...]
[De inrichting] is thans meer dan een half jaar aan het werk geweest, tot volkomen voldoening van den eigenaar en zijn medewerkend personeel, en ieder, die den weg van Delft naar Pijnacker langs komt, kan zich trouwens met eigen oogen overtuigen, dat de zeilen aan den molen "den Aker" voortdurend in- of uitgelegd worden, naar mate de wind toe- of afneemt, zonder dat eenige menschenhand zich daarmede bezig houdt.
[...]
Bij deze inrigting is tevens aangebragt een verbeterde vang en een zeer eenvoudige inrigting tot het verkruien van den molen, waardoor de molenaar ontheven wordt van het gevaarlijke en moeitevolle werk om den molen voortdurend op den wind te stellen. Door het verstellen van één hefboom kan de molenaar den molen zichzelf laten bewegen naar regts of naar links en, zoodra de juiste stand bereikt is, wordt de toestel uit het werk geligt en staat de molen onwrikbaar vast.
Zeer te wenschen is het, dat deze uitvinding in ons land meer algemeen bekend worde, want hoe nuttig ook de stoom als beweegkracht moge zijn, de windmolen zal in ons vlakke land altijd wel hare regten behouden en minstgenomen een zeer te waarderen hulp-vermogen blijven leveren.
Delft, 28 Augustus 1874.
A. HUET, Leeraar aan de Polytechnische School.
Delftsche courant, 22 augustus 1880
Heden morgen ten half zeven ure had aan den Delfgauwschen weg het volgende ongeluk plaats. W. De Graaff van de Oude Lee kwam met zijn wagen, waarop eenige kannen melk , voor de melkinrichting alhier bestemd , aanrijden, toen hij dicht bij Delfgauw moest uithalen voor den kar van den molen de Aker. Het paard schrikte evenwel, week te veel uit en drong den melkwagen met de zijwielen van den weg, zoodat het voertuig omkantelde en in de vaart geraakte. Met spoedig toegeschoten hulp werd alles weder op het droge gebracht, en bleek het dat voerman en paard geen letsel hadden bekomen, daar de eerste nog tijdig van den wagen was gesprongen. De melk was evenwel zoo met vuil water vermengd dat zij, althans voor het gebruik door menschen, niet meer kan dienen
De molen werd al vóór 1925 onttakeld.
Toelichting foto rechtsboven:
Links van de korenmolen is de bovenmolen nr 1 ook wel de Noordmolen genoemd, en rechts is de 'Oude- of Hogemolen' ook wel de Zuiddammolen te zien.
Ansichtkaart, collectie DVM
Ansichtkaart, collectie DVM