Molen Veghelse molen, Veghel

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1800

verdwenen

1929

gesloopt

geschiedenis

Rondom de molen lagen drassige beemden, genaamd de Molenbeemden.
Deze beemden behoorden tot de Molentienden die onderdeel waren van de zogenaamde oude tienden. Ook in 1491 worden deze Molentienden vernoemd als bezit van de familie Heijm (een invloedrijke adellijke familie uit 's-Hertogenbosch). Dat wil zeggen dat de molen dus in ieder geval van voor 1491 moet stammen.
Bovendien wordt de molen in 1688 opnieuw genoemd. In dat jaar mishandelt de Veghelse molenaar namelijk enkele Veghelaren die hun graan laten malen in de molen op de Koevering (zie tekst bij de molen van Everswijck databasenummer 793).

Waarschijnlijk heeft de molen in verband gestaan met bezit van de Heren van Erp, bezitters van de heerlijkheden Veghel en Erp. Wanneer Maria van Vladeracken, vrouwe van jonker Jan van Erp in 1683 sterft, erft de oudste dochter Johanna Phillipina van Erp het kasteel Frisselstein te Veghel. Johanna Phillipina van Erp trouwde met graaf Ferdinand van Berlo en bij zijn dood gaat het familiebezit over op de kinderen. Dr. A.P.M. Meeuwese beschrijft in "Veghel in de loop der tijden":
Bij zijn dood (de dood van de graaf van Berlo) liet hij aan zijn kinderen na: Frisselstein en de molen, de molenhuijzinge en de hof.

Deze molen was één van de grootste standerdmolens in ons land.
In dat jaar was een zekere Egidius van Will molenaar in Veghel.

In 1929 werd de molen afgebroken wegens te geringe windvang. Laatste eigenaar was Jan van Run. De naam van de molen leeft voort in de Molenstraat en Molenwieken te Veghel.

Rolf Vonk.