Molen (standerdmolen), Aarle-Rixtel

Aarle-Rixtel, Noord-Brabant
v

korte karakteristiek

naam
(standerdmolen)
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01565 a
oude dbnr.
V598
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01565 a (standerdmolen) (Aarle-Rixtel)
Foto: collectie Jos v.d. Bruggen

locatie

plaats
Aarle-Rixtel
plaatsaanduiding
aan de zuidzijde van het dorp, Bosscheweg 14
gemeente
Laarbeek, Noord-Brabant
streek
De Peel
geo positie
X: 172200, Y: 391020
N: 51.50793, O: 5.63496

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
romp
halfgesloten voet
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
over de wieken

De windborden waren in rood-wit-blauw geschilderd.

afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis

De molen stond aan de zuidzijde van het dorp Aarle in het vrije veld, en was afkomstig ergens ut België.

De molen was vele jaren eigendom van de familie Jaspers. De gebroeders Jaspers, vroeger erg bekend als fabrikanten van kwarts-molenstenen, stammen uit deze familie. Het wiekenkruis was vrolijk diagonaal geschilderd. Dit komt nog steeds voor bij sommige molens in Limburg en zuidelijk Noord-Brabant. Ook kwam het voor bij molens net over de grens in Duitsland en Belgisch Limburg.
Bron: onbekend.

Deze molen werd in het jaar 1893 gebouwd door Alphonsus van Griensven, caféhouder, wonende te Aarle-Rixtel. Hij stond op het perceel C nummer 202 in het gehucht "de Koppel".
In 1894 verkocht Alphonsus van Griensven de molen aan Jan Jaspers, molenaar en Joseph Jaspers, molenaar, beiden wonende te Aarle Rixtel. De familie Jaspers bleef eigenaar tot het jaar 1907.

Toen verkocht Augustinus Josephus Antonius Jaspers, molenaar, wonende te Aarle Rixtel en consorten de molen aan Antonius Bakers, molenaar, wonende te Asten.
In 1914 verkocht Antonius Bakers de molen aan Michel Notten, molenaar, wonende te Aarle-Rixtel.
Michel Notten verkocht uiteindelijk de molen in 1919 aan Andreas Verstappen, landbouwer, wonende te Gemert.

De molen brandde in 1920 niet af, maar werd door Andreas Verstappen gesloopt.
Arnout van Erp, 5 juli 2016.

"Brand.
Te Aarle-Rixtel is Donderdagnacht de alleen staande molen in brand geraakt. In een uur tijds lag het heele gebouw in asch."
Bron: De Molenaar, 12 mei 1920, blz. 251.
-----

Eindhovensch dagblad, 12-10-1921
In verband met eene, in den nacht van 8 op 9 WEDEROM BRANDSTICHTING.
Dinsdag 11 October j.l. werd voor de Rechtbank te Roermond behandeld de tweede zaak, van brandstichting waar van Johannes Adrianus Vogels 31 jaar, arbeider te Aarle-Rixtel thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring te Roermond, werd verdacht, thans aangeklaagd terzake dat hij op of omstreeks 5 Mei 1920 te Aarle-Rixtel in een aan F. v. Erp, althans aan een ander dan hem, beklaagde, toebehoorende windmolen brand heeft gesticht, met het gevolg dat die molen in brand is geraakt en geheel is afgebrand en gemeen gevaar voor goederen te duchten is geweest. De beklaagde door den President ondervraagd, ontkende het hem ten laste gelegde feit te hebben gepleegd; wel verklaarde hij op verzoek van Notten den vroegeren eigenaar der molen een bus bronolie gehaald en bij Notten gebracht te hebben, terwijl hij eenige dagen voor den brand die bus met olie op den molen had zien staan. Vervolgens, gaat de Rechtbank over, te hooren, de vier in deze zaak gedagvaarde getuigen n.l.
1e. Nicolaas van Leuken timmerman te Beek en- Donk die o.m. verklaarde in den bewusten nacht den brand omstreeks 12 uur te hebben gezien, en er direct naar te zijn gefietst en toen de beklaagde nergens gezien te hebben.
2e. Henriette Mosseveld hsvr. A. Jaspers te Aarle-Rixtel die verklaarde dat eenige dagen na den brand in de molen, de beklaagde Vogels in gezelschap van een drietal andere personen in haar café is geweest en dat toen bij 't betalen een bankbiljet van 100 gulden op de tafel lag; terwijl zij het terugbetaalde geld eveneens op de tafel heeft gelegd en zij niet weet wie dat biljet in betaling heeft gegeven en evenmin weet wie het terugbetaalde geld heeft opgenomen. Vogels zegt: „dit geld was van mij en ik had 't van getuige van Erp ontvangen onder voorwaarde dat ik moest zwijgen; ik heb dit geld aan Nicolaas van den Eisen gegeven om te betalen en heb daags daarna het overschot bij van Eisen teruggehaald. Ik wou voor mijn moeder niet weten dat ik zooveel geld had
3e. Notten koopman te Aarle-Rixtel. die o.m. verklaarde van den brand niet te hebben gezien, den geheelen nacht vast te hebben geslapen en ook den brand dus niet te hebben gesticht, terwijl hij verder eenige verklaringen gaf over zijn onderhoud hetwelk hij eenigen tijd voor den brand niet den eigenaar Van Erp en beklaagde Vogels heeft gehad en waarbij van Erp terwijl ze met hun drieën gedurende een omweg onder den molen stonden we hebben gezegd: ,,Ik wou dat de bliksem hier maar insloeg, waarop beklaagde V. zeide: „Is hij goed verzekerd.
4e. F. Van Erp. molenaar voorheen te Aarle-Rixtel thans te Helden, die verklaart eenige dagen voor den brand op reis te zijn gegaan en eenige dagen na den brand, terwijl hij te Helden was, van den getuige Notten bericht te hebben ontvangen dat de molen was afgebrand, dich zeld i.d. nacht van den brand niet te Aarle-Rixtel te zijn geweest, (den brand niet gesticht te hebben en aan beklaagde Vogels geen geld te hebben gegeven, doch wel gedacht te hebben dat V. aan den brand niet vreemd te zijn, doch hiervan niets te hebben gezegd uit vrees voor den beklaagde Vogels.
Vogels blijft volhouden f 135 van getuige van Erp te hebben ontvangen, op voorwaarde dat hij zweeg over het gesprokene voor den brand en blijft ontkennen den brand gesticht te hebben. . Vervolgens komt het woord aan het O .M. in dezen: waargenomen door Mr. P. Rieter. sub. Officier van Justitie te Roermond die van meening is dat de getuigenverklarngen van Notten en van Erp in verband met de uitlatingen van beklaagde V. het bewijs van het hem ten laste gelegde formeel wet te construeeren is, maar spreker huivert om in deze zaak straf te requireeren, aangezien de (getuigen verklaringen van N. en van v.E. die zoover uiteenloopen, hem zeer twijfelachtig voorkomen en requireert ten slotte VRIJSPRAAK van dezen beklaagde. Als verdediger van beklaagde trad wederom op Mr. P. Trijpels advocaat en procureur te Roermond die eveneens wijst op de houding en 't twijfelachtige der getuigen N. én v.E. terwijl pleiter zulks met eenige aanwijzingen tracht te staven en ten slotte concludeert tot vrijspraak van den beklaagde V. Hierop verklaarde de Rechtbank 't onder zoek in deze zaak gesloten en bepaalde de uitspraak op 25 dezer
Het O. M. bij de Roermondsche rechtbank eischte gisteren tegen Vogels te Aarle-Rixtel in zake verbranding van den wind molen aldaar vrijspraak