- wetenswaardigheden
Oorspronkelijk stond de molen in Sneek aan de Geeuw, waar hij maalde voor zaagmolenaar Gongryp, maar in het laatst van 1891 of begin 1892 verhuisde hij naar Franeker.
Bron: "Franekers vergane molenglorie", artikel door S.J. van der Molen in de Leeuwarder Courant van 2 sept. 1950.- trivia
Afbeelding 2:
Deze molen is de rechter molen op de foto. De linkermolen is de houtzaagmolen De Zwarte Hengst (Tenbruggencatenummer 01441 g). Achter het zeil van de boeier Hermina zit de stroopmolen van Verwer (Tenbruggencatenummer 01441 i) grotendeels verborgen.
-----
Deze molen heette niet "Hermina"; het misverstand is ontstaan door het bijschrift van de geplaatste foto met de molen en een boeier (zeilschip), waarop "Hermina" was geschreven. Dit is echter de naam van de boeier en NIET van de molen. Zie voor meer informatie: Fries Scheepvaartmuseum met uitgebreide documentatie.
Dick Bunskoeke, 30 augustus 2008.
NB: de molen heeft even met de naam Hermina gestaan in de database, wat dus niet juist blijkt te zijn. In het artikel in De Utskoat nr. 61, alsmede in "Molens in oude ansichten in Friesland" deel 1 wordt de molen wel Hermina genoemd. De website van het Fries Scheepvaartmuseum noemt hem "houtzaagmolen Gonggrijp".
-----
Memories van Successie
Kantoor Sneek, overl. jaar 1838
Overledene : Teetse Gonggrijp
Overleden op: 6 april 1838
Wonende te : Sneek
Tekst: 65 jaar (geboren alhier); overleden Cingel Wijk 2.60 (sectie B.704-706); burgemeester; man van Minke ten Cate, renteniersche (erft 1/4 in eigendom en 1/4 in vruchtgebruik);
vader van
Renske (vrouw van Johannes Semler, ontvanger der registratie Meppel),
Jan-ten-Cate, houtkoper (Hoogend Wijk 3.237) en
wijlen Tjalling Teetzes Gonggrijp (man van 30-jarige Helena Feenstra, geboren 30/12/1807, erft vruchtgebruik van erfdeel van haar kinderen en daarna fl. 800,- per jaar;
vader van minderjarige Antonia, 7 jaar en Teetse Tallings Gonggrijp, 4 jaar) (Hoogend Wijk 3.229);
zoon Jan-ten-Cate en kleinzoon Teetse erven samen houtzaagmolen c.a. 'de Haan' (buiten Hoogend aan de Geeuw) tegen inbreng van fl. 16.000,-. (onder meer genoemd woonhuis en ook 2/3 in 2 zathes c.a. te Tjalhuizum bij Fedde Wybes Terpstra en bij de weduwe Simke Pieters Wytsma in gebruik, 1/2 in 2 zathes c.a. 'Blankendolf Slot' nr.39 te Scharnegoutum bij Rients Martens Stilma en aan Speersterdijk te Gauw bij Hessel Murks Haarsma c.s. in gebruik)
Er behoorde onroerend goed tot de nalatenschap.
Bron: Memories van successie 1818-1928, Toegangsnr. : 42, Inventarisnr. : 14045, Dagregisternr.: 441.Op microfilm nr. 279 raadpleegbaar op de studiezaal van Tresoar.
Ron Couwenhoven, 25 aug. 2013.
NB Hieruit blijkt dat de molen in Sneek ook al de naam De Haan had, en niet pas na de verplaatsing naar Franeker.
Red.