- bouwjaar
 - 
circa
 - verdwenen
 - 
1865 deels afgebroken onttakeld 1977 restant gesloopt
 - verplaatst naar
 - eigendomshistorie
 eigenaar vanaf 25-07-1663 lakenvolders Jan Paret en Jan Cors.
eigenaar tot 22-03-1681: de ene helft van de erfgenamen van Coenraad Fedder en voor de andere helft Jonas Engelman
eigenaar vanaf 22-03-1681: Cornelis Jansz Bakker
eigenaar tot 02-06-1685: De erfgenamen van Christina Gerards, dochter van Michiel Gerards
eigenaar vanaf 02-06-1685: Hendrik Haseu en Jan Jansz. Bakker
eigenaar tot 17-04-1692: De curator over de geabandonneerde boedel van Cornelis Jansz. Backer
eigenaar vanaf 17-04-1692: Jacob Adriaensz
eigenaar vanaf 19-04-1692: Hendrik Haseu
eigenaar tot 27-04-1702: Ary Maertense Stam
eigenaar vanaf 27-04-1702: Hendrik Boon (de helft); De wederhelft van de molen behoort aan Hendrik Haseu toe;
eigenaar tot 28-09-1720: (de halve molen) Pieter Pety en Sara Blom, eerder wed. van Hendrik Hazeu
eigenaar vanaf 28-09-1720: (van een halve molen) Daniël Hoefnagel
eigenaar tot 28-11-1733: De curatoren over Daniël Hoefnagel (acte van curatele 19-09-1733)
eigenaar vanaf 28-11-1733: Adriaan van Sprangh en Hendrik Buggers
eigenaar tot 09-04-1738: Adriaan van Sprangh (helft van de molen)
eigenaar vanaf 09-04-1738: Hendrik Buggers,( hij bezat al de helft van de molen)
eigenaar tot 17-08-1748: Hendrik Buggers (verkoopt de helft)
eigenaar vanaf 17-08-1748: Claas Marijt (halve molen)
eigenaar tot 20-03-1762: Claas Marijt (halve molen)
eigenaar vanaf 20-03-1762: Jan Buggers (halve molen)
eigenaar tot 22-07-1769: Sequester onbeheerde boedel van Jan Buggers (hele molen)
eigenaar vanaf 22-07-1769: Isaac Willer
eigenaar medio 1781: Arnoldus Theodorus Sodaat
In 1809 was de molen in het bezit van Coenraad Brandligt, later van de firma Mannekus.
- geschiedenis
 - 
Locatie: buiten de Koepoort, ten noorden Gerrit Hoogmade, ten westen de Vliet, ten zuiden de stad Leiden, ten oosten de Heereweg
25-07-1663: Deze molen die voorzien was van een fraai gesneden baard, stond buiten de Koepoort aan de Trekvaart ten westen van de Heereweg. Op 25 juli 1663 verkocht de stad Leiden de volmolen aan de lakenvolders Jan Paret en Jan Cors.
22-03-1681: Verkoop achtkante windlakenvolmolen 'De Hooge Molen' gelegen buiten de Koepoort,
Verkoper: Voor de ene helft, de erfgenamen van Coenraad Fedder en voor de andere helft Jonas Engelman; Koper: Cornelis Jansz Bakker; Koopsom fl 2300,-
02-06-1685: Verkoop Windlakenvolmolen met twee woonhuizen voor de volders, een speelhuis en speeltuin, in het geheel 538 roeden
Verkoper: De erfgenamen van Christina Gerards, dochter van Michiel Gerards; Koper: Hendrik Haseu en Jan Jansz. Bakker; Koopsom: fl 2700,-; N.B. Voor de boeking van de belasting is 30 st. verschuldigd in plaats van een kan wijn; met een belasting van ½ van fl. 100,- per jaar aankomende Catharina Stalpert
17-04-1692: Verkoop van een achtkante windlakenvolmolen 'De Hooge Molen', met woonhuis en erf, gelegen aan de Vliet buiten de Koepoort
Verkoper: De curator over de geabandonneerde boedel van Cornelis Jansz. Backer; Koper: Jacob Adriaensz.; Koopsom fl 2250,-; N.B. Gaat op 19 April over op Hendrik Haseu voor fl. 2.200,-;
19-04-1692: Verkoop van een achtkante windlakenvolmolen 'De Hooge Molen', met woonhuis en erf, gelegen aan de Vliet buiten de Koepoort
Verkoper: Jacob Adriaensz; Koper: Hendrik Haseu; Koopsom: fl 2200,-
27-04-1702: Verkoop van een molen, met een huis, tuin en erf, groot 538 roeden, gelegen buiten de Koepoort.
Verkoper: Ary Maertense Stam; Koper Hendrik Boon; Koopsom fl 1430,-
De wederhelft van de molen behoort aan Hendrik Haseu toe; met belasting van ½ van fl. 50,- aankomende(?)
28-09-1720: Verkoop van de helft van een windlakenvolmolen genaamd 'De Hooge Molen', met huizinge en verder getimmerte, alsmede de helft van alle losse en vaste gereedschappen daaraan behorend
De wederhelft behoort de koper, nomine uxoris, toe; gelegen aan de Heereweg, buiten de Koepoort.Verkoper: Pieter Pety en Sara Blom, eerder wed. van Hendrik Hazeu; Koper: Daniël Hoefnagel; Koopsom: fl 1700,-
28-11-1733: Verkoop achtkante windlakenvolmolen 'De Hooge Molen'gelegen buiten de Koepoort, met alle vaste gereedschappen, twee woonhuizen voor de volders, schuitenhuis, grote loods alsmede een speeltuin en 1 morgen 235 roeden land
Verkoper: De curatoren over Daniël Hoefnagel (acte van curatele 19-09-1733); Koper Adriaan van Sprangh en Hendrik Buggers; Koopsom: fl 3350,-
09-04-1738: Verkoop van de helft van een welgelegen achtkante windlakenvolmolen 'De Haan'of 'Hooge Molen', alsmede in de huizingen, schuren etc. groot samen 1 morgen 235 roeden
Verkoper Adriaan van Sprangh; Koper: Hendrik Buggers, deze koper behoort de wederhelft van de molen reeds toe; Koopsom: fl 500
17-08-1748: Verkoop de helft van een achtkante windlakenvolmolen 'De Haan' of 'Hoge Molen' groot in het geheel 1 morgen en 235 roeden, gelegen buiten de Hereweg
Verkoper: Hendrik Buggers; Koper: Claas Marijt; Koopsom: fl 1400
20-03-1762: Verkoop de helft van een achtkante windlakenvolmolen 'De Haan' of 'Hooge Molen', groot in het geheel 1 morgen en 235 roeden, met de helft van alle gereedschappen en de helft in de voorste huizing naar de Heereweg enz. gelegen buiten de Koepoort
De andere helft behoort aan de koper toe, één en ander samen groot 1.235 roeden
Verkoper: Claas Marijt; Koper: Jan Buggers; Koopsom fl 2200,-
22-07-1769: Verkoop achtkante windlakenvolmolen 'De Haan'of 'Hooge Molen', met woonhuis, knechtshuis, verdere getimmerte, erf, bepoting en beplanting. De losse gereedschappen benevens de volaarde dienen door de koper te worden overgenomen. In margine 2 L 590 vers. 4 L. 632 vers, gelegen aan de Heereweg buiten de Koepoort.
Verkoper: Sequester onbeheerde boedel van Jan Buggers; Koper: Isaac Willer; Koopsom fl 1272,-
N.B. Blijkens hierna opgenomen request van Melchior Bolstra die 2 schuldbrieven op deze molen heeft samen fl.3.000.-, die op 06-01-1769 heeft vernomen dat Jan Buggens met zijn familie des nachts vele goederen hebben geabsenteerd, etc
08-08-1782: In 1781 werd Arnoldus Theodorus Sodaat eigenaar van de volmolen van Izaac Willer, en hij vroeg toen toestemming de molen te mogen verbouwen tot zaagmolen. Op 8 augustus 1782 werd hem daartoe toestemming verleend.
10-02-1801: Rotterdamse Courant
"Op Saturdag den 14 Februari 1801, des avonds ten 5 uren, zal men, in het Heeren Logement, aan den Burg binnen Leyden, publyk veilen en verkoopen: twee extraordinaire zeer welgelegene en gerenomeerde HOUTZAAG-MOLENS, de eene zynde een Agtkante, genaamd DE HAAN; en de andere, zynde een Palsrok, genaamd DE EENDRACHT, met derzelver HOUTSCHUREN, LOOTSEN, KNEGTS-HUIZINGE; en., alles staande en gelegen aan en nevens den anderen, zoo aan de Vliet als Heereweg, even buiten de Koepoort der Stad Leyden, onder den Ambachte en Zoeterwoude."
In 1809 was de molen in het bezit van Coenraad Brandligt, later van de firma Mannekus.
Omstreeks 1839 werd hij genoemd als loonzagerij.
De molen werd al in 1862 ontwiekt, maar bleef dienst doen als stoomzagerij van de firma Mannekus, tot deze firma rond 1911 het terrein met toebehoren verkocht. De molen werd verder onttakeld rond 1923. In 1977 gesloopt, eigenaar Gebr. Vis.
Het achtkant van de korenmolen in 't Zand was afkomstig uit Leiden. Het gaat om houtzaagmolen De Haan, in 1782 gebouwd op basis van een nog veel oudere volmolen. De Haan werd in 1865 'verstoomd', waarna het achtkant werd verkocht. In 1865 werd het achtkant overgeplaatst naar 't Zand, waar de molen als korenmolen ging dienen.
Bron: Nederlandse Molendatabase, 2015. - 
Molen 01156 g De Haan / De Hoge Molen / De Stadt Leyden (Leiden)Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Zoeterwoude, Zuid-Holland, sectie A, blad 02 (MIN08236A02)
Molen 01156 g De Haan / De Hoge Molen / De Stadt Leyden (Leiden)Foto: G. van der Mark, 1944