Molen De Bonte Kraai / De Bonte Kray, Wormerveer

Wormerveer, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Bonte Kraai / De Bonte Kray
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01110 dd
oude dbnr.
V3856
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01110 dd De Bonte Kraai / De Bonte Kray (Wormerveer)
Aquarel: G. Mol

locatie

plaats
Wormerveer
plaatsaanduiding
aan de Noorddijk aan de weg en aan de Zaan, 9e vanaf het N
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Wormerveer A (1) 793 Evert Smit, schout
geo positie
X: 114699, Y: 501710
N: 52.50160, O: 4.79369

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De Bonte Kraai werd in 1641 gebouwd. Op 4 november van dat jaar werd de windbrief voor deze molen uitgereikt aan Pieter Claesz, Adriaan Jansz en Claes Jacobsz.
Laatstgenoemde verkocht zijn aandeel in De Bonte Kraai op 8 juni 1645, het betrof hier de helft.

Op 17 juni 1727 werd door Cornelis Neyer de lading van de molen verzekerd bij het op die datum opgerichte olieslagerscontract.
De molen zelf werd vanaf 4 juni 1764 verzekerd. De Bonte Kraai bezat als binnenwerk naast het normale dubbele oliewerk, ook nog twee enkele werken, hierdoor bedroeg de verzekeringssom van de molen bij het OC, het enorme bedrag van ƒ 12.000, de lading werd voor ƒ 36.000 verzekerd. Dit betekent dat er altijd zeer veel voorraad in de molen aanwezig was om natuurlijk het grote slagwerk te voorzien van werk.

Omstreeks die tijd kwam de molen in bezit van Jacob Thijsz Kaan, die oa. ook de oliemolens De Bezem, De Groeneboer en De Leeuw tot zijn eigendom kon rekenen.

Tegen de eeuwwisseling verkocht Jacob Kaan De Bonte Kraai aan Claas Aalsmeer, wiens weduwe op haar beurt de molen op 14 september 1813 verkocht aan Evert Smit uit Koog aan de Zaan.
Affiches, annonces et avis divers d'Amsterdam = Advertentiën, aankondigingen en verschillende berigten van Amsterdam, 17 feb. 1813: "Uit de hand te koop een extra hechte, sterke fin welgeconditioneerde dubbelde OLIE-MOLEN , genaamd de Bonte Kray, met deszelfs Schuren , Erve en Land groot 583 roeden, Gereedschappen, volgens Inventaris , staande en gelegen te Wormerveer aan den Noorddyk en Zaan. Deze Molen heeft berging voor 90 Lasten Zaad , 310 Amen Oly en 55000 Koeken. Te bevragen by M. te Veltrup en J. van Sante, Makelaars te Zaandam."

Evert Smit bezat tijdens het hoogtepunt van zijn onderneming zo'n 25 oliemolens. Na zijn overlijden in 1843 ging De Bonte Kraai voor ƒ 8000 over naar de firma Laan.

De Bonte Kraai bleef tot 23 september 1884 verzekerd in het OC. Op 6 maart 1885 werd de molen voor sloop verkocht. Nog in hetzelfde jaar werd de molen gesloopt. De oude molenschuur bleef staan. Op de plaats waar de molen stond, tegen de oude molenschuur aan, werd een nieuw houten pakhuis gebouwd. De molenschuur werd in 1904 gesloopt voor de bouw van het stenen pakhuis Odessa van de firma Wessanen & Laan. Het nieuwe deel van pakhuis De Kraai werd in 1911 door molenmaker Gorter verplaatst en vergroot. Het pakhuis kreeg een nieuwe plaats op de Noorddijk, ten zuiden van de molenschuur van oliemolen de Bezem. In 1976 werden zowel pakhuis De Kraai als de molenschuur van De Bezem verplaatst naar de Zaanse Schans.

Bronnen o.a.:
- "Duizend Zaanse molens" P. Boorsma 1968
- "Het olieslagerscontract" R. Couwenhoven 2002
- "Gedenkboek van het olieslagerscontract" 1912.
F. Rol
-----

Op 22 maart 1765 werd tussen de heren Adriaan Wessanen en Dirk Laan een compagnieschap aangegaan met het doel handel te drijven in zaden en aanverwante artikelen onder de firma Wessanen & Laan. Op 6 maart 1839 werd door de firma Wessanen en Laan de eerste stap op het industriële pad gezet met de aankoop van oliemolen Het Fortuin. Deze oliemolen, staande aan de Ringdijk te Wormer, werd voor ƒ 3500 gekocht van Vasterd Vas Visser.
In 1842 volgde de aankoop van oliemolen De Boer. Deze werd in het volgende jaar weer van de hand gedaan om plaats te maken voor de beide in 1843 tezamen voor ƒ 8000 gekochte molens De Bezem en De Bonte Kraai. Achtereenvolgens kwamen hier nog bij: in 1844 De Witte Bijl, in 1845 De Boerin en tenslotte in 1852 De Hoop.

In 1853 werd De Bonte Kraai vergroot door bijplaatsing van een oliebak van 600 vat en een pletterij, terwijl in 1857 een tweede werk werd aangebracht, in verband waarmee "het westelijk achtkant tot de dijk uitgebouwd" moest worden.
In 1857 besloot Jan Laan om als een der eersten aan de Zaan de stoomkracht in zijn bedrijf toe te passen, teneinde onafhankelijk te zijn van het wisselvallige in het windmolenbedrijf. Als eerste slachtoffer van de moderne drijfkracht viel de oliemolen De Witte Bijl. Hij werd afgebroken en op zijn plaats verrees de stoomoliefabriek De Tijd. De inrichting van deze fabriek verschilde niet veel met die van een windoliemolen. Tekeningen zijn er niet meer, maar uit andere gegevens (rekeningen e.d.) valt op te maken dat de installatie bestond uit een voorslag en twee naslagen met bijbehorende vuisters en een zaadpletterij van twee rollen. Vermoedelijk werden de stenen van De Witte Bijl in de nieuwe fabriek geplaatst.
De stap tot het mechanische bedrijf moet wel een heel grote geweest zijn. Immers, ervaring op dit gebied had nog vrijwel niemand. Aan de Zaan was alleen Prins met zijn oliefabriek De Liefde sinds korte tijd aan de gang, terwijl in Deventer de firma Noury & van der Lande een stoomoliebedrijf bezat. Bij deze laatste firma stak Jan Laan zijn licht op voor hij tot aankoop van zijn machine overging. De keuze viel tenslotte op het Engelse fabrikaat van Barrett, Exall & Andrews, welke firma ook de ketelinstallatie leverde.

In 1860 verwerkte de fabriek 900 last. Nog steeds was het windmolenbedrijf wat produktie betreft van meer belang dan de stoomoliefabriek. Met de vijf molens Het Fortuin, De Hoop, De Bonte Kraai, De Bezem en De Boerin werd bijvoorbeeld over 1863 totaal 1235 last verwerkt, terwijl De Tijd op 900 last stond. Het arbeidsloon dat aan De Tijd per last rond twee gulden minder bedroeg dan aan de molens, maakte de meerdere kosten van steenkolen en reparaties niet goed, en zo duurde het nog geruime tijd voor het nieuwe bedrijf werkelijk economisch werkte.

De laatste oliemolens van de firma werden rond de eeuwwisseling afgebroken. In 1898 werd oliemolen De Hoop afgebroken om plaats te maken voor het nieuwe rijstpakhuis met die naam; Het Fortuin werd in 1901 gesloopt.

Bron: "Wessanen's Koninklijke Fabrieken 1765-1940".
Ingezonden door Frans Limbeek.