Molen De Wandelaar, Wormer

Wormer, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Wandelaar
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01106 r
oude dbnr.
V1794
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01106 r De Wandelaar (Wormer)
Foto: ansichtkaart nr. 147 (uitg. K. Tanger)

locatie

plaats
Wormer
plaatsaanduiding
aan het Zaandammerstraat, ten zuiden van de (inmiddels verdwenen) papierfabriek van Van Gelder
gemeente
Wormerland, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Wormer en Engewormer F (2) 364 Cornelis Klaaszoon Honig, koopman
geo positie
X: 116046, Y: 500494
N: 52.49077, O: 4.81367

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk, later twee pelstenen met toebehoren om gerst te pellen.
versieringen
Onder stelling, aan de oostkant van de molen, hing een geschilderd bord met de afbeelding van een goed geklede heer die aan het wandelen was.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1907 gesloopt 1972 schuur gesloopt
geschiedenis
De Wandelaar is gebouwd als oliemolen, maar in welk jaar dat gebeurde blijft nog onbekend. De molen wordt voor het eerst genoemd in 1654.
In dat jaar kopen Claes Jansz. Craft en Jan Dircksz. voor Fl.1975,-, de helft en 1/12 part in de molen met woonhuizen van Aegt Jansz.
In 1720 komt de Wandelaar in handen van de Jisper koopman, Dirk Timmer, die de molen overneemt van Pieter Adriaansz. van de Ley.
Timmer laat de molen op 17 mei van dat jaar tegen brand verzekeren.
Op 14 juni 1727 wordt de onderlinge brandverzekering het Olieslagerscontract opgericht, waarin alleen oliemolens werden verzekerd.
Aanvankelijk konden alleen de goederen die in de molen aanwezig waren verzekerd worden, wat Dirk Timmer dan ook deed. Zes jaar later, op 1 juni 1733 laat Timmer de molen zelf verzekeren bij het op die dag opgerichte OC voor opstallen.
Dirk Timmer blijft tot 1749 olie slaan met de Wandelaar, die in dat jaar wordt verkocht aan Cornelis Appel.
Deze Appel gaat de molen niet zelf gebruiken, maar verhuurt hem aan diverse lieden.
Dit gebeurde tot 1762. Na het overlijden van Appel kwam De Wandelaar op naam van Cornelis Gerritsz. Honigh te staan.
Wanneer Cornelis Honigh overlijdt op 27 september 1772, gaat de Wandelaar over naar zijn weduwe Cornelia Appel, dochter van Cornelis Symonsz Appel, die voor Honigh eigenaar van De Wandelaar was.
De molen was dus eigenlijk eigendom van Cornelia Appel, maar werd door haar echtgenoot gaande gehouden. Na zijn overlijden werd Cornelia weer als eigenaresse ingeschreven.
In 1790 komt de Wandelaar definitief in bezit van de familie Honig en wel Cornelis Cornelisz. Honigh, die ook een zoon was van Cornelis Gerritsz Honigh en Cornelia Appel.
Na zijn overlijden in 1802 verkocht zijn weduwe Grietje Honigh, de molen aan Claas Honig, die de molen al huurde van zijn familielid.
Naast de Wandelaar, was Claas Honig ook eigenaar van o.a. “de Kat”, “de Oranjeboom”, “het Varken”, “het Oude Bont Kalf”, “het Pink”, “het Windei”, “de Vergulde Haan” en “de Sint Willibrordus”, allen oliemolens.
Naast deze bedrijfstak, zat Claas Honig ook nog in de walvisvaart.
In 1813 overlijdt Claas Honig en gaan de molens over naar zijn zoon Cornelis Claasz. Honig die vanaf nu de zaken voortzet.
Het totale molenbezit bedraagt nu 21 oliemolens. Cornelis Honig overlijdt in 1845, waarna het grote molenbezit wordt verdeeld onder zijn beide zoons.
De Wandelaar werd toen ondergebracht in de firma Claas Honig en Zn. Als in 1859 de verzekerde waardes van zijn molens worden herzien, vertegenwoordigt de Wandelaar een waarde van Fl.8000,-.
Tegen het einde van 1873 komt de Wandelaar tot stilstand.
Mogelijk wil Honig van de molen af doordat hij niet echt lekker op de route ligt.
Op 29 november van dat jaar wordt de lading van de molen uit het OC geschrapt.
De opstal van de molen volgt pas op 13 april 1875.
De Wandelaar had dus anderhalf jaar stilgestaan. Claas Honig verkoopt in dat jaar de molen aan Cees Groot, die hem laat leegslopen en inricht als gerstpelmolen.
In deze bedrijfstak was nog wel wat te verdienen in die tijd.
Dit werk blijft de Wandelaar tot zijn sloop doen.
In mei 1907 wordt de molen gesloopt. Zijn schuur echter blijft bestaan.
In tegenstelling tot zijn vele collega’s was de zuidkant van de molenschuur van de Wandelaar voorzien van een woning.
Dit is verder alleen bekend bij de Assendelver oliemolens “de Pauw” en “het Huis Assumburg”.
Bij andere industriemolens was er nog wel eens een woning naast de molen gebouwd, maar eigenlijk nooit in.
Na de sloop van de molen werd de rest van de schuur ook ingericht als woning en is als zodanig blijven bestaan tot augustus 1972, toen werd alles gesloopt.

Aan de oostkant van de molen hing onder stelling een geschilderd naambord. Ton Neuhaus schrijft in zijn boekje “Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 1”, dat er op dit bord een rijk geklede heer met driekante steek op en kuitbroek aan met strikken onder de knie was afgebeeld.

Bronnen:
“Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz.330-331
“Gedenkboek van het Olieslagerscontract” 1912
“het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz.50/105
“Over molens der familie Honig” P.Boorsma 1939 blz. 167-168
“Duizend Zaanse molens” P.Boorsma 1968 blz. 187
“Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 1” 1987 T.Neuhaus blz. 96
“250 Zaanse molens” R.Couwenhoven 2001 blz. 125

aanvullingen

trivia
Oliemolen, later pelmolen "de Wandelaar", achtkante bovenkruier met schuur, te Wormer aan de Zaandammerstraat ten zuiden van de (inmiddels verdwenen) papierfabriek van 'Van Gelder' aan en ten westen van de Westerveersloot. Bouwjaar onbekend, gesloopt in 1907.