Molen De Vier Heemskinderen / De Rijkeman, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Vier Heemskinderen / De Rijkeman
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen, pelmolen, doppenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01084 c
oude dbnr.
V2941
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01084 c De Vier Heemskinderen / De Rijkeman (Zaandam-Oost)
Aquarel van Gerrit Mol

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Aan en bewesten de Knie
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam B (1) 161 A. de Bruin, koopman
geo positie
X: 116675, Y: 497348
N: 52.46254, O: 4.82329

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk, later twee pelstenen met toebehoren om gerst te pellen, na 1895 twee koppel maalstenen.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
De Vier Heemskinderen werd gebouwd in 1671 als oliemolen voor Walich Gerritsz. Deze ontving op 20 augustus van dat jaar de windbrief voor de molen. Tien jaar later op 3 juni 1681 laat Gerritsz. zijn molen tegen brand verzekeren in een assurantiecontract.
In de eerste helft van de achttiende eeuw wordt de Vier Heemskinderen verkocht aan Pieter Kraijer. Hij laat de lading van de molen op 14 juni 1727 verzekeren bij het op dag opgerichte olieslagerscontract. De opstal van de molen laat Kraijer op 1 juli 1733 toetreden tot het OC. Uit het bedrag dat Kraijer zou moeten betalen aan een collega waarvan de molen was verbrand, kan men opmaken dat de Rijkeman een dubbel oliewerk bezat. Bij brand zou Kraijer Fl.50,- moeten betalen, eigenaars van enkelwerks oliemolens moesten een bedrag van Fl.30,- betalen.
In 1738 krijgt Pieter Kraijer een schrijven van het bestuur van het OC wat als volgt luidde:”15 julij 1738, geven zij te kennen aan Pieter Janse Kraijer als Eijgenaar vande olijmolen de Rijkeman….Dat gij uw zult hebben te wagten te ordineeren of toe te laten dat in voornde olijmoolen werde opgeslagen of verwerkt prutbrood, dik van oly, traan of eenige andere vettigheijd, bij het placaat van haar Ed: Gr. Mog: in dato den 21 juny 1711 verboden”.
Met bovenstaande tekst werd waarschijnlijk bedoeld dat het Pieter Jz. Kraijer werd verboden om dus rommel door zijn veekoeken heen te draaien op straffe van uitsluiting van betaling aan hem bij brandschade. Hoe dit verder afliep is niet duidelijk.
In de Franse tijd behoorde de Vier Heemskinderen toe aan Pieter Dekker Pz., die de molen op 9 januari 1810 voor Fl.2700,- verkocht aan Evert Smit uit Koog aan de Zaan. Smit behoorde in zijn tijd tot een van de grotere moleneigenaars en had al zo’n 5 oliemolens voor hem werken.
In 1796 begon Evert Smit olie te slaan met de Westzaandammer oliemolen “de Olievos”, vijf jaar later zegt hij de huur van deze molen op en koopt hij de nabijgelegen oliemolen “de Wind”. In de daarop volgende jaren koopt Evert Smit er een behoorlijk aantal oliemolens bij, zijn onderneming zal uitgroeien tot een van de grotere in de Zaanstreek. Tijdens zijn top bezit Smit ruim 20 oliemolens en een pelmolen, verder is hij burgemeester van Koog aan de Zaan en heeft hij in Suriname plantages.
Smit heeft schijnbaar niet veel brood in de Vier Heemskinderen gezien en verkoopt de molen op 25 oktober 1823 aan Arie de Bruyn. De meeste molens die Smit kocht hield hij tot zijn dood in bedrijf, de Vier Heemskinderen was hierop een uitzondering. Na Arie de Bruyn wordt Evert Cornelisz. Smit de gaandehouder van de molen.
In 1863 verkoopt hij de Vier Heemskinderen aan Teun Crok, een koopman uit Koog aan de Zaan. Crok was sinds 1843 olieslager met de Wormerveerder oliemolen “de Engel”. In 1846 komt daar de Oostzaandammer oliemolen “de Bonte Hen” bij. Later breidt hij zijn molenbezit verder uit met o.a. de oliemolens “de Boer”, “de Zeeman”, “de Samson” en “de Zoeker” en de pelmolen “de Zeilemaker”, die echter maar kort voor de firma draait. Na het overlijden van Teun Crok in 1866, nemen zijn weduwe en haar drie zonen het bedrijf over.
In 1872 laat de firma Crok “de Engel” afbreken en voorzien van een stoommachine. De Engel was daarmee de derde stoomolieslagerij in de Zaanstreek, maar werd op de voet gevolgd door “de Toekomst” en “de Vrede”. De eerste stoomolieslagerijen verschilden wat betreft interieur niet veel van de windmolens. Het duurde echter nog vrij lang voordat alle kinderziektes uit deze fabrieken waren opgelost en dus hield men de molens nog steeds in bedrijf. In 1880 kocht de firma dan ook nog een nieuwe oliemolen en wel “de Wachter”, die iets ten zuiden van de nog bestaande oliemolen “de Ooievaar” stond.
In 1891 wordt de firma Teunis Crok opgeheven en richt de zoon van Crok, Dirk Crok samen met zijn zwager Jan Laan de nieuwe firma Crok & Laan op. Als eerste werd de Wachter verbouwd tot stoomolieslagerij, daarna werden de molens stuk voor stuk verkocht, op “de Bonte Hen” na die als proefmolen voor de firma ging fungeren.
De firma Crok & Laan laat de molen op 16 januari 1892 uit het OC halen en verkoopt hem dan aan Cornelis Otte, die de Rijkeman leegsloopt en als pelmolen laat inrichten. Cornelis Otte was een molenmaker die in 1884 als molenbaas voor zichzelf was begonnen. Hij had daarvoor de oliemolen “de Koe” gekocht en die als doppenmolen laten inrichten.
Dat het vermalen van doppen brandgevaarlijk werk was zal Otte helaas meerdere malen ondervinden. In 1886 verbrandde “de Koe”, waarna Otte de pelmolen “de Duinmeier” kocht, die ver in het Oostzijderveld stond. Deze molen verbrandt in 1891, hierna kocht Otte de Vier Heemskinderen. Nog iets later zal hij ook de nabijgelegen pelmolen “de Almanak” kopen. Aanvankelijk gebruikt Otte de molen alleen voor het pellen van gerst, maar sinds 1895 doet ook de maalsteen zijn entree in de Rijkeman en worden er voortaan ook doppen vermalen. Dit werk zal de molen fataal worden. Op 27 augustus 1900, omstreeks 1 uur ’s middags, raakt de molen door een defect aan de doppensteen in brand. Blussen is niet meer mogelijk en als de brandweer dan eindelijk arriveert staat de molen in lichterlaaie. Er wordt dan besloten om niet meer te blussen en de molen af te laten branden. Na de brand blijft Otte werken met “de Almanak”.
Enkele decennia eerder op 10 augustus 1868, werd de Vier Heemskinderen tijdens een zwaar onweer door de bliksem getroffen. Er ontstond toen geen brand, maar wel was de schade aanzienlijk. De firma Crok kreeg toen van het OC een bedrag van Fl.470,- uitgekeerd. De pelmolen “de Wijde Wormer”, die in de oostkant van de Kalverpolder stond, was minder fortuinlijk en brandde door blikseminslag tot de grond toe af.

Over de bijnaam van de molen schrijft Pieter Boorsma in zijn boek “Zaanse Windmolens”: ”Deze molennaam was veel te lang voor “gewoon” gebruik, en die tevens aanleiding tot verwarring kon geven, omdat een gelijknamigen houtzaagmolen bestond, (n.l. op het Eiland of Ooster Kattegat, in de Voorzaan) werd zelden of nooit gehoord. Zelfs in de officiële stukken wordt de molen meestal met zijn bijnaam; Rijkeman genoemd.
In zijn omgeving, ten zuiden van hem, heeft eertijds een molen gestaan die den naam van Lazarus droeg en ook bekend stond als de Witte Lazarus of Witte Molen. Deze nabuurschap bezorgde de Vier Heemskinderen zijn gemakkelijk te verklaren bijnaam.”

Bronnen:
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz.133
- De Windbrief 3e jaargang nr.10 blz.16 (uitgave van Vereniging de Zaanse Molen)
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
- “Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
- “Het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz.30/50/70
- “Zaanse molenbranden” R. Couwenhoven 2002 blz.27-35/80
- “Zaanse windmolens” P. Boorsma 1939 blz. 59-60
- “Een molenvriend” 1971 blz. 48 (uitgave van Vereniging De Zaansche Molen)
- “Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz.156-157
F. Rol.

aanvullingen

trivia
De foto onderaan deze pagina is een van de weinige foto's waarop de Vier Heemskinderen staat. Het is een deel van een grotere foto die is genomen vanaf de spoorlijn Zaandam-Hoorn. De foto zal omstreeks 1880 zijn genomen.
Van links naar rechts zijn de volgende molens te zien:De Zaadzaaier, De Vergulde Haan en De Wind (beide vaag), De Vier Heemskinderen en ten slotte De Koopman en De Oranjeboom.
-----

De aangeduide locatie op Google Maps is een (betrouwbare) benadering, de exacte locatie van het oude molenerf is niet meer terug te vinden.