- bouwjaar
- verdwenen
-
verbrand
- voorganger
- geschiedenis
-
In juli 1845 kreeg Johannes Hoefsmit (zoon van de molenaar van de Molen op de Bijlhouwerstoren, Tenbruggencatenummer 01041 g) toestemming voor het oprichten van een runmolen aan de Houtense weg. Nog voor de bouw startte, wilde hij er toch maar een korenmolen van maken. Ondanks bezwaren van de andere korenmolenaars kreeg hij de toestemming uiteindelijk van de regering.
Hermanus en zoon Johannes Hoefsmit kochten een stuk grond naast het herenhuis Rotswijk en kregen ieder de helft van de nieuwe molen in bezit. In 1848 kocht de zoon het deel van zijn vader erbij.
In 1852 werd Joris Ambrosius Boereboom halve eigenaar. Omdat Hoefsmit niet aan zijn financiële verplichtingen kon voldoen, werd zijn helft enkele jaren later middels een veiling aan Andries Boereboom verkocht. De andere helft ging in 1869 naar Dirk Andries Boereboom.11-02-1860: Algemeen Handelsblad
Op Zaturdag den 18den Februarij 1860, 's Namiddags ten 5 uren , zal in het Lokaal van Verkoopingen te Utrecht, achter St. Pieter in het Openbaar worden verkocht:
De Helft in den in volle werking zijnde Steenen WIND- KORENMOLEN genaamd DE HOOP, zijnde een Achtkant voorzien van 4 Paar MAALSTEENEN, met Annexe HUIZINGE, bevattende Zeven Kamers, Keuken, Meidenkamer, Kelders en Zolder, Koetshuis, Schuur waarin stalling voor 2 Paarden, Erf en Tuin, staande en gelegen te UTRECHT, buiten de Tolsteeg Barrière aan den Vaartschen Rijn. Het gemaal van dezen Molen bedraagt 7 á 8OOO mudden per Jaar. Te Aanvaarden 1e April 1860, breeder bij Billetten en nader onderrigt ten kantore van den Notaris DUIJFJES te Utrecht, Brieven Franco.
Op 2 juli 1884 brandde de molen af als gevolg van blikseminslag, ter vervanging werd een stoomkorenmolen gebouwd. Deze werd in 1925 wegens de bouw van een woonwijk afgebroken.
Bron: Zes eeuwen molens in Utrecht, W.A.G. Perks. Met dank aan H. v.d. Kaay.