Oostzijdsche Polder, De Dorreweerd

Baambrugge, Utrecht
verdwenen molen

media-bestand
Molen 00999 a Oostzijdsche Polder, De Dorreweerd (Baambrugge)
Foto: n.n.

korte karakteristiek

naam
Oostzijdsche Polder, De Dorreweerd
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwijningsjaar
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate Nr
00999 a

locatie

plaats
Baambrugge
plaats aanduiding
stond ter hoogte van het huidige gemaal aan de Rijksstraatweg
gemeente
De Ronde Venen, Utrecht
streek
Amstelland
geo positie
X: 128.565, Y: 473.667
N: 52.25041, O: 5.0001

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Vijzel

kenmerken windmolens

plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
buitenkruier
vlucht
hoogte
bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
onbekend ? ? 1913 04,55

geschiedenis

Poldermolen van de Oostzijdsche polder, dus het gedeelte ten oosten van de Angstel
De polder heette ook wel Over Baembrugsche Polder.

Utrechtsche Courant, 10 juni 1839
"Publieke Aanbesteding.
(1557) Burgemeester en Poldermeesters van den Oostzijdschen Polder, onder Abcoude en Baambrugge, zijn voornemens era op Vrijdag den 21. Junij 1839, des middags ten twaalf ure, ten huize van Joost Brouwer, in het Logement de Eendragt, te Abcoude voornoemd , publiek aan te besteden : Het opbouwen van eenen nieuwen, achtkanten VIJZELMOLEN , in plaats van den afgebranden Schepradmolen , op gemelden Polder.
Zullende de bestekken hiervan 8 dagen bevorens ter lezing liggen, te Utrecht, in den Nieuwen Bak; te Loenen, bij Alting ; te Weesp , bij Ohr; te Amsterdam, in het Noordhollandsche Koffijhuis; aan den Uilhoorn, bij J. de Hom; te Alphen, in de St. Joris; te Baambrugge, bij Carpers; en te Abcoude, bij J. Brouwer, voornoemd; bij wien ook de teekening, almede acht dagen voor de besteding, ter bezigtiging zal wezen; zullende daags voor de besteding, de noodige aanwijzing in loco geschieden."

De Oostzijdsche of Baambrugsche polder Oostzijde werd in de 19e eeuw door twee molens bemalen, deze molen en de molen 'Oostzijdsch', vroeger 'Delphine' genoemd. Die laatste is nog steeds te Abcoude aanwezig.

De functie van de achtkante molen werd in 1909 overgenomen door een gemaal dichter bij de Angstel. De molen stond verder naar het oosten, halverwege het dorp en de spoorlijn Amsterdam-Utrecht. De molen werd vervolgens verkocht aan de familie Vordeman te Wenum, gedemonteerd en te Wenum bij Apeldoorn als korenmolen herbouwd. Daar staat hij nog steeds.

W. van de Wijngaard was laatste molenaar op deze molen.

Na de bouw van het stoomgemaal werd de molenkolk verlaagd naar polderpeil en de dijken geslecht. Stenen van de fundering van de molen werden gebruikt om een schuurtje te bouwen bij de machinistenwoning van het gemaal. De lamp van de molen werd bewaard in het gemaal en is veiliggesteld door de vader van de voormalige machinist.

Nadat ook het stoomgemaal zijn functie verloor werd het voorste deel van de molenkolk gedempt en als erf in gebruik genomen.
Informatie van de voormalige machinist, 18 mei 2008.
MHO
nog waarneembaar
lichte verhoging in het landschap
advertentie afbeelding