Molen De Haan, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Haan
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00852 a
oude dbnr.
V1745
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 00852 a De Haan (Zaandam-Oost)
Ansichtkaart nr. 115 (uitg. K. Tanger)

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Zuidervaldeursstraat nz.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam C (1) 643 De wed. Klaas Kuik, molenaar
geo positie
X: 116864, Y: 495356
N: 52.44465, O: 4.82630

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
99,5 voet, want 100 voet was dubbel windgeld!
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Op 9 nov. 1632 waren de Burgemeester en vroedschappen van de Oostzijde en de Westzijde bijeen gekomen op verzoek van de bakkers en stijfselmakers om nog een staande korenmolen te doen timmeren op de Valdeursloot te Oost Zaandam. Maar omdat dit niet kon geschieden zonder een behoorlijke windbrief, werd door Dirk Claas, burgemeester, Jochem Pieterz Kat, oud-burgemeester en Jacob Cornz van Assum, oud kerkmeester een windbrief aangevraagd aan de grafelijkheid van Holland.
Op 12 februari 1633 waren die van de Oostzijde en de Westzijde vergaderd in 't weeshuis te Zaandam om een akkoord aan te gaan met Joseph Molenaar, uit de banne van Westzaan, die voor zijn rekening en lasten een korenmolen zou doen timmeren aan de Valdeursloot.
Op 28 februari 1633 sloot deze Joseph Molenaar een akkoord met een Zaanse molenaar, Pieter Pietersz om een bekwame korenmolen te doen maken, waarvan de stijlen lang zouden zijn 50 voet en van onderen wijd 38 voet, met een bekwaam woonhuis, alles volgens bestek, maar hiermee liep de zaak niet mee.
Een jaar tevoren was door die van de Westzijde een poging aangewend om in de Westzijde voor hun een schoolhuis en een toren te doen bouwen en die van de Oostzijde trachten dat te beletten.
Die vonden dat niet nodig en vreesden ook te veel leden van de Oostzijderkerk te moeten missen.
Door de tegenwerking van de Oostzijders trachtten die van de Westzijde nu het bouwen van een korenmolen op de Valdeursloot tegen te gaan. Ook was de bouwer van de molen niet genegen de molen in de Oostzijde te zetten. Maar toen hij zich in de Oostzijde vertoonde, werd hij gegrepen en in de gevangenis gezet. De zaak kwam voor de Hoge Raad en de bouwer werd in het gelijk gesteld. De zaak werd in den minne geschikt en de molen kwam toch aan de Valdeursloot.

In 1702 werd de molen voor ƒ 14.250 verkocht, voor de latere vrouw van de in 1791 overleden burgemeester Dirk Vis, genaamd Maartje Haan. De molen die eerst eigendom was van Cornelis Jansz Haan en zijn vrouw Maritje Willems Tetroe werd verkocht door de voogden van het achtergebleven kind. Alvorens tot de verkoop over te gaan moesten de voogden toestemming krijgen om de molen te mogen verkopen. Deze toestemming werd op 23 augustus 1708 verleend door de Weesmeesters van de banne Oostzaan (namen weesmeesters en voogden bij mij bekend).
(Boek 458 transport registers Oostzaan, en is vermeld in Zaanlands jaarboek over het jaar 1934, redactie G.J. Honif en S. Lootsma)

De molen werd in 1708 (vermoedelijk op 30 augustus) verkocht aan Jan Jacobszn Gras en Aris Jacobsz Gras.

In 1711 was de molen verzekerd bij de Onderlinge brandverzekering maatschappij voor een bedrag van 75.00 gulden (Not.5819 a 19 22-3-1711, R.A.Haarlem).

In 1725 was Teunis Jansz Gras molenaarsknecht en Adriaan Halfzwaag Baasmolenaar op de Haan en was de eigenaar Jan Cornelisz Schuijt, die getrouwd was met de dochter van de eerder genoemde Jan Jacobsz Gras In 1742 wordt Jan Cornelisz Schuijt genoemd als Meelmolenaar en mede-eigenaar van meelmolen de Haan In 1751 wordt een testament opgemaakt, waaruit blijkt dat voornoemde Jan Cornelisz Schuit nog steeds (mede-)eigenaar was van De Haan.

In 1805 was eigenaar geworden Klaas Kuiken, in 1890 Jan Waij, in 1900 C. Oskam, in 1910 G. Blees en in 1911 F.H. Honig. Deze molen was een van de grootste onder zijn broeders met een vlucht van 99 voet, of 28 meter.

Tijdens een 50 jarig huwelijk van Simon Gras, getr. op 25 febr. 1877 valt uit een gedicht op te maken dat hij eigenaar werd van de Molen "de Abraham" staande " in 't Veld", waar "hij dopte de gort netjes fijn, en ook de doppen kort en klein" .Deze molen werd later weer verkocht zo blijkt uit hetzelfde versje, waarin de tekst voorkomt " de molen ging toen aan de kant.

In het jaar 1911 is hij van as en roeden, van staart en stelling ontdaan en van stoomkracht voorzien, ingericht voor het malen van zaagsel.

De Zaanse brandkroniek vermeldt: "1912. 2 aug. Wederom brand in de Oostzijde en wederom een molen. Deze heette de Haan en stond aan het Molenpad. Hij behoorde aan den Heer Frits Honig, van Zaandijk, en was ingericht om houtcement te maken, waarvoor zich in den molen een motor bevond'.
De molen zelf maalde dus niet meer. Het was een flinke molen met ontzettend lange wieken. De vuurzee was enorm, zodat men niet kon beletten, dat vier in de onmiddellijke nabijheid gelegen woningen geheel of gedeeltelijk verbrandden. De rijdende motorspuit en alle spuiten deden dienst, doch veel kon men niet uitrichten. Te drie uur was men het vuur meester, men gaf de schuld aan een houtmeelexplosie."

Informatie van:
- Gijs van Soest.
- Willem van der Hoeven.

aanvullingen

trivia
Amsterdamse Courant, 23 maart 1730:
"Uyt der hand te koop een extra sterk gebouwde en neringryke Agtkante Koorn Wint Moolen, met desselfs Erf, Tuyn en Huysinge; staende in den Ilp (en niet Ilso, so als in vorige Couranten is geplaetst.) Die daer in gading heeft addressere zig aen Jan Schuyt, Molenaer van de Molen de Haan, tot Oostzaendam."

Het Nieuws van de Dag, 29 maart 1895:
"Te Zaandam aan den molen „de Haan", had de knecht J.B. Kroon gisteren het ongeluk door een luik te vallen. Bewusteloos werd hij opgenomen en naar het gasthuis te Amsterdam vervoerd."
(Caroline Schaeffer, 25 mei 2021)

Schuitemakers Purmerender Courant, 7 aug. 1912:
"Zaandam. Vrijdagavond, te ongeveer half 12 brak er alhier een felle brand uit in de houtmeelmolen 'De Haan' staande aan het Molenpad in de Oostzijde. 'De Haan' was oorspronkelijk een meelmolen, doch werd later gebezigd tot het fabriceren van houtmeel. De wieken werden er afgenomen en een motor geplaatst. Dit fabriekje brandde nu Vrijdagnacht af, en kon men de brand in geheel Zaandam waarnemen. Zoo hevig was de gloed, dat de gebouwen aan den Dam, er geheel door verlicht werden. Behalve genoemde molen, brandde door de overwaaiende vonken nog 4 woningen af, waarvan 2, die van hout waren opgetrokken, met den grond werden gelijk gemaakt en van de andere niet veel meer dan de kale muren bleef staan."