De molen was voorzien van een 'achterbaard', wat niet alledaags is. Molen de Heidebloem te Erica en de molen te Rockanje hebben ook een dergelijke versiering.
| fabrikant | asnummer | fabricagejaar | jaar gestoken | jaar verdwenen | lengte | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Enthoven & Co, L.I. | ✉︎ | 447 | 1866 | 1962 |
1863: De molen werd in 1863 door Roelof Oostveen gebouwd.
04-11-1882: Op 4 november 1882 ging Jan Mulder, de toenmalig molenaar failliet.
Op verzoek van een geldschieter werd een openbare verkoping gehouden die plaats vond bij van Otte Hendriks Eleveld, kastelein te Koekange. Er was weinig belangstelling.
Het geheel werd gekocht door de geldschieter zelf, die het weer verkocht voor fl. 3325,-- aan Hendrik Jan ten Brink, de molenaar van 't Fortuin te Meppel. Hendrik Jan verrichtte een verbouwing aan de molenaarswoning en nam Jan Wassens uit Zuidwolde in dienst.
Na drie jaar werd deze vervangen door zoon Jan ten Brink, toen 25 jaar, hij kreeg hulp van een tweede man. Eerst was dat Johan Herman Hilkemeyer, 23 jaar, daarna Lievert Sjoerd Posthma, 50 jaar, die na het vertrek van Jan ten Brink per 5 Mei 1888 de leiding van het bedrijf overnam. Toen Hendrik Jan in Augustus 1888 overleed, werd de molen verkocht. Vier maanden later werd bij een openbare verkoping, gehouden te Meppel, de molen aan de Dwarsdijk verkocht aan twee personen uit Koekange; Lucas Drost, landbouwer en Hendrik Kleine, koopman.
Koopsom ƒ 2597. Lievert Sj. Postuma bleef de leiding van het bedrijf houden tot mei 1889; hij werd opgevolgd door Wicher Toet, 37 jaar.
17-04-1891: Lucas Drost en Hendrik Kleine verkochten de molen op 17 april 1891 aan Gerrit Massier, molenaar te Nieuw Leusen
Informatie van J. Vondeling.
1930: De molen kwam bedrijf te staan, maar werd in het oorlogsjaar 1941, wegens brandstofschaarste, weer maalvaardig in gebruik genomen.
1947: Er brak van de molen een roede en werd tenslotte in 1962 gesloopt.
De standplaats van de molen was 900 m ten noordwesten van het voormalige spoorwegstation.
Volgens de boeken van Wouda, zeilmaker te Meppel huurde de molen de zeilen van 1907 tot 1920, Er werden voor deze molen zeilen gehuurd voor een vlucht van 78 voet.
Waarschijnlijk is hier in Drenthe gebruik gemaakt van de Amsterdamse voet, deze is ruim 28 cm. andere maten zijn de Utrechtse stadsvoet (26,8 cm). De Friesche koningsvoet(32,6 cm), de latere Friese of Deventer houtvoet (29,5 cm)
De bovenas van deze molen zit nu in molen de Bente te Dalen, weliswaar een stuk ingekort, maar door molenmaker Medendorp toch weer hergebruikt.
Vincent Mepschen, 1 nov. 2010.
Ansichtkaart, Voerman, opn. 1966, serie, nr 9, coll. DVM