Molen Leijerpolder, De Leyermolen, Oude Niedorp

Oude Niedorp, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Leijerpolder, De Leyermolen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00356
oude dbnr.
V5876
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 00356 Leijerpolder, De Leyermolen (Oude Niedorp)
Foto: n.n., collectie P. van den Berg

locatie

plaats
Oude Niedorp
plaatsaanduiding
gemeente
Hollands Kroon, Noord-Holland
streek
De Schager- en Niedorper Koggen
kadastrale aanduiding 1811-1832
Oude Niedorp en Zijdewind B (1) 230 Laeijer Polder
geo positie
X: 119971, Y: 527096
N: 52.73010, O: 4.86865

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
scheprad Ø 5,45 m, 35 cm breed (1864)
vijzel Ø 1,80 m (1894)
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
binnenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
23 m (1864)<br>23,40 m (1894)
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
geschiedenis
De Leijerpolder (251 ha) lag oorspronkelijk gemeen met de Niedorper polder. Voor 1544 werden de hoogteverschillen binnen het gebied zo groot, dat de Leijenpolder werd bekaad en een eigen molen kreeg.

Molentimmerman Dirk Kriller vervijzelde de molen in 1870.

In 1883 werden Potroeden 1379 en 1380 geleverd.

In 1920 kreeg de molen versterking van een petroleummotorgemaal. Per 20 juli 1927 ging de Leijerpolder met de Oosterkamperpolder en de Westerkamperpolder op in de W.O.L.-polder.

Bronnen:
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", tweede uitgaaf, Jhr. Mr. J.W.M. Schorer, 1894.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
- "West-Friesland Oud en Nieuw 1984. Met dank aan H. van der Kaay.
- "Van Rentersluze tot strijkmolen", Jan Beenakker, 1988.