Voorheen had P. Dil een schelpzandmolen in het dorp, zie molen 06659 l.
-----
In 1984 stuurde de Oudheidkundige Vereniging Graft-De Rijp aan haar leden een kerstprent waarop een afbeelding van een trasmolen De Volharding en schelpkalkbranderij Dillenburg stond. Het was een eeuw geleden dat de kalkbranderij was gesticht, vandaar. Aan de prent was een tekst toegevoegd die over Dillenburg ging. De kleinzoon van de stichter, P.E.W. Dil uit Hilversum, schreef naar aanleiding van de tekst in maart 1985 een corrigerend en aanvullend verhaal in de Chronyke.
De belangrijkste gegevens hieruit worden hieronder op een rijtje gezet.
1884, vergunning voor een trasmolen en een kalkbranderij aan Pieter Dil Jansz.
1899, trasmolen De Volharding brandt af.
1913, Kalkbranderij failliet, wordt eigendom van NV Schelpkalk te Leiden, er worden geen schelpen meer gebrand
1918-1920, het branden van magnesiet* in de kalkovers
1920-1024, schelpenopslag op het terrein
1928, kalkovens gesloopt, het afkomend puin wordt verwerkt in de Afsluitdijk.
*Magnesiet of bitterspaat is een magnesium bevattend mineraal, dat wordt gewonnen om de grondstof te maken voor vuurvaste materialen, dakleien, slijpstenen en naadloze vloeren.
Tras of bitteraarde is een vulkanisch gesteente uit het Eifelgebergte.
Bron: Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar, 1 maart 1999, pag. 14
-----
In 1888 gebouwd met het achtkant van de uit Zaandam-Oost afkomstige zaagmolen De Tijd. Vlakbij de molen stonden de kalkovens van schelpkalkbranderij 'Dillenburg' van P. Dil Jzn.
De Volharding verbrandde in 1899, later werden de restanten gesloopt en de molen vervangen door een stoommachine.
-----
Volgens de kaart van de Beemster van Van Berckenrode uit 1644 stond hier toen ook al een molen.
Volgens de kaart van het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen uit 1745 stond er toen niets.
Volgens de kadasterkaart 1811-1832 was het perceel De Rijp C 124 geschrapt, bij perceel 125 (weiland van Tijmen de Wiel Cornelis Kurze, koopman) staat dat er iets was "gesloopt".
MHO
Nieuwe Purmerender Courant, 25 aug. 1898:
"De cementmolen met schuur, behoorende aan den heer Dil te De Rijp, is geheel afgebrand."
