Molen Bovenste molen, Wanssum

Wanssum, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
Bovenste molen
modeltype
Watermolen
functie
diversen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
beek
(Grote) Molenbeek
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00228 a
oude dbnr.
V1200
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 00228 a Bovenste molen (Wanssum)
uitsnede onderstaande afbeelding

locatie

plaats
Wanssum
plaatsaanduiding
beek
(Grote) Molenbeek
gemeente
Venray, Limburg
streek
Noord-Limburg
kadastrale aanduiding 1811-1832
Wanssum B (4) 892 Wed. Lambert Kessels
geo positie
X: 203016, Y: 394113
N: 51.53395, O: 6.07924

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

Even ten noorden van de dorpskom van Wanssum lag op een hoog gelegen perceel land de hofstede 'Op den Bergh' ernaast in het beekdal lag de onderste watermolen van Wanssum op de (Grote) Molenbeek tegenover de kerk. Ten zuiden van de dorpskom in het Broek of Heelingsveld, later het Molenbroek genaamd, lag de bovenste watermolen op de beek. Deze molen behoorde eveneens aan het goed 'Op den Bergh'.
De onderste molen was een 'koren- en oliemolen', de bovenste molen een 'olie-, schors- en slijpmolen'. Op deze molen kon ook graan worden gemalen en in de laatste eeuw van zijn bestaan werd hij uitsluitend voor dat doel gebruikt.
De hofstede en de molens waren een leen van het kasteel of Huis Blitterswijck en bestonden reeds in het begin van de 15e eeuw. Naar de latere pachters werd de hofstede ook de Caickershof en later de Bussershof genoemd. De hofstede met de gronden werden gescheiden toen zij in 1878 door de erven G.J. de Rijk te Steyl, die destijds onder andere ook de Holtmolen te Tegelen bezat, in percelen openbaar werd verkocht. Kort daarna schijnt de hoeve te zijn afgebroken. De onderste molen stortte in en was al in 1810 opgeruimd. De bovenste molen bleef nog een eeuw malen totdat hij aan een verbetering der waterlossingen ten offer viel. Daarmee verdween tevens een der schilderachtigste molens in dit gebied. De molen was geheel van hout en had een pannenzadeldak met wolfseinden. Ook het onderslagrad, de waterwerken met de maalsluis en de twee lossluizen, het gangwerk en de maalstoel waarop twee koppel stenen lagen, waren van hout.
Het eenvoudige maar karakteristieke waterrad had een middellijn van 4,50 m. en een breedte van 0,80 m. Evenals de onderste molen lag de bovenste molen op de rechteroever van de beek.
Bij de molen lag een aanzienlijke boerderij die in 1786 werd gebouwd door Arnold Kessels, getrouwd met Petronella Mulders. Zij was een dochter van Gerardus "de Mulder" en Helena Coenen, die in het begin van de 18e eeuw in het bezit van de molen waren.
In het begin van de 19e eeuw was Lambert Kessels te Wanssum eigenaar. Bij deling van de nalatenschap in 1857 vererfde de molen aan de kinderen Kessels, te weten aan Magdalena, Gerard en de molenaar Arnold Kessels. In 1866 verkochten zij de molen aan Jozef Hanckx landbouwer in Wanssum, getrouwd met Elisabeth Hubertina Henckens.

03-10-1899: Limburger koerier

WELL, 2 Oct. Zaterdagmorgen, omstreeks 5 uur kwam de knecht van dan molenaar- Hanx te Wanssum tot de minder aangename ontdekking, dat de vlammen door het dak van den watermolen sloegen. Vrijdagavond, toen men nog laat inden molen vertoefde, moet de brand ontstaan zijn. Gelukkig slaagde men er spoedig inden verderen voortgang der vlammen te stuiten. De schade, door het vuur aaneerichb. is gering.

Ruim een halve eeuw bleef de molen in bezit van deze familie. In 1921 verkochten de vijf kinderen Hanckx als erfgenamen het waterrecht aan de gemeente Wanssum, die daarvoor bij besluit van 27 mei 1921 toestemming van Gedeputeerde Staten kreeg. Hoewel niet omschreven in het raadsbesluit was het de bedoeling dat het molengebouw en de waterstuw door de eigenaar werden afgebroken. Dat gebeurde nog in hetzelfde jaar. De laatste molenaar was de pachter P. Verstraaten.
De staat, waarin de molen en het waterrad verkeerden was toen reeds slecht. Het binnenwerk werd voor afbraak gekocht door een coƶperatie van boeren die een nieuwe maalderij wilde stichten. Met uitzondering van de maalstenen leverde de molen voor een maalderij echter weinig bruikbaars op.
De molen van Wanssum en de kasteelmolen van Meerlo waren de laatste houten watermolens van Limburg, een constructie die in de provincie slechts sporadisch voorkwam. Na afbraak van de bovenste molen werd de Molenbeek in de gemeente Wanssum verlegd en gekanaliseerd.

aanvullingen

trivia

Olie-, schors- en slijpmolen. Later ook graanmolen.

NB De aangegeven locatie is een schatting.