Molen Dam- of Binnenpolder / Dammolen, Bodegraven

Bodegraven, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Dam- of Binnenpolder / Dammolen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00047
oude dbnr.
V2078
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 00047 Dam- of Binnenpolder / Dammolen (Bodegraven)
Foto: n.n., collectie Dick Kenbeek

locatie

plaats
Bodegraven
plaatsaanduiding
gemeente
Bodegraven-Reeuwijk, Zuid-Holland
plaats(en) voorheen
Zwammerdam
streek
Rijnland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zwammerdam A (3) 786 Binnen Polder van Zwammerdam
geo positie
X: 109709, Y: 456126
N: 52.09154, O: 4.72632

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
De Prins van Oranje ✉︎ 714 1870 1870 1927
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
1927 onttakeld 1985 restant afgebroken
eigendomshistorie

1797: Pieter Endeveld

In 1814 was Pieter Boerefijn molenaar,

daarna Jacob van Veen (1843-1883),

Jacobus Hoogendoorn (1884-1924) en

Pieter Hoogendoorn (1925-1927).

Vanaf 1829 was Matthijs van Dam de molenaar, tot wanneer is nog niet achterhaald.

geschiedenis

Molen van de Dam- of Binnenpolder

Tot ca. 1460 waterde de Dam- of Binnenpolder tezamen met de Polder Reeuwijk en nog andere gebieden in de nabijheid op natuurlijke wijze zuidwaarts af op de Hollandse IJssel. In 1460 bleken de inwoners van de Binnenpolder een windmolen te gebruiken om het overtollige water op Reeuwijk te lozen, wat natuurlijk tot protest van die zijde leidde. Waar die molen stond is niet bekend, het moet ergens op de grens tussen de Binnenpolder en de Polder Reeuwijk zijn geweest.

In 1494 kreeg de polder toestemming om met een molen noordwaarts op de Oude Rijn te gaan lozen. Deze molen stond dicht bij de Oude Rijn, ten noorden van de huidige spoorlijn Leiden-Utrecht. 

In 1571 (en 1652?) werd de molen vernieuwd maar deze werd bij de inval van de Franse troepen in 1672 in brand gestoken en brandde geheel af. Herbouw volgde verder het land in ten zuiden van de latere spoorlijn.

1797: Goudasche Courant, no 7 
Alzo PIETER ENDEVELD, gesingeerd hebbende als Water-Molenaar der Binnen-Polder onder Zwammerdam, op den 26 October van den gepasseerden Jaare 1796 van daar is heengegaan, agterlaatende zyne Vrouw en drie Kinderen, zonder eenige orders op zyne zaaken te hebben gesteld, - zo wordt den zelven uitgenoodigd, om binnen den tyd van veertien dagen uiterlyk, gerekend van den 14 Januari 1797, tot zyne bedroefde Vrouw en Kinderen weder te keeren: na welken tyd over zynen Boedel zoodanig zal worden gedisponeerd, als men bevinden zal te behooren. Iemand inmiddels van zyn leeven of dood eenig narigt kunnende geeven, wordt verzogt hier van bericht intezenden aan den Schout en Secretaris W. BRACK, te Zwammerdam voornoemd.

De molenaar had dus zijn gezin verlaten...

Uit het bericht in de Goudsche Courant van 16 januari 1797 blijkt dat Pieter Endeveld geboren 1754 in Bodegraven watermolenaar op deze molen geweest is. Waarschijnlijk sinds hij trouwde op 23 november 1783 met Marietje van Oostrum. Pieter is kennelijk bij zijn gezin teruggekeerd, want ergens tussen 1797 en 1808 verhuisden zij naar Jaarsveld, waar hij watermolenaar werd op de voormolen in het waterschap "Vogelzang en Wiel". (zie verder bij dbnr 2855)
Informatie: Gerard Marseille, (afstammeling van de fam. Endeveld), 21 april 2016

 Jacobus Hoogendoorn ontving bij zijn aanstelling een beloning van ƒ 110 per jaar alsmede vrij wonen in de molen en het zomerhuis. Voor de aankoop van vet en smeer en kaarsen voor verlichting kreeg hij ƒ 40 en voor het schoonhouden van de Molenvliet en onderhoud van de kaden ƒ 25.

In 1855 volgde vernieuwing van de fundering volgens een ingemetselde gevelsteen: Geheel beheid, nieuw gefundeerd en gemetseld. De eerste steen gelegd door Cor van Veen, augustus 1855.

22-10-1924: Op 22 oktober 1924 kreeg Jacobus Hoogendoorn eervol ontslag en werd hij opgevolgd door zijn zoon Pieter voor ƒ 300 per jaar met vrij wonen en 8,5 % pensioen. 

16-06-1926: Woerdensch Weekblad,  p. 5/6 
Zwammerdam. Wij kunnen het niet nalaten ons leedwezen uit te spreken over het verdwijnen van onze watermolen in den Dampolder. Weldra zullen wieken en kop worden weggenomen en zal de romp ons als een stille getuige dagelijksch aangrijzen.
Een “Crossley”motor zal straks het werk voortzetten, dat onze oude molen zoovele, vele jaren deed.
De “goede oude tijd” is voorbij en de nieuwe eischen van onzen tijd delven menigen molen het graaf. Jammer van het landschapschoon! Maar al zeggen wij het honderdmaal, het helpt niet! !

05-07-1926: Kort daarop werd overgegaan op bemaling door een ruwoliemotor. De nieuwe inrichting werd op 5 juli 1926 aanbesteed, gebouw plus motor kostten in totaal ƒ 22.100. 
De gedeeltelijke sloop van de molen tot op de eerste bintlaag, het bouwen van een noodwoning en het inrichten van een woning in het restant werden in 1927 voor ƒ 1846 gegund aan A.J. Breedveld te Jutphaas.

Pieter Hoogendoorn werd machinist voor een jaarwedde van ƒ 450 met vrij wonen en ƒ 15 voor de verlichting van de machinekamer. Na zijn pensionering op 1 januari 1966 werd Hoogendoorn opgevolgd door zijn schoonzoon Jan Cornelis Verbree.

Na de ingebruikname van het volautomatische gemaal Bulaeus Brack bij het Reeuwijkse Verlaat op 3 januari 1984 werd de afgeknotte molen in 1985 geheel gesloopt.

Bronnen:
- Middeleeuwse watermolens in Hollands polderland, A. Bicker Caarten, 1990.
- Het ambacht Zwammerdam door W. van Tuyl, 1998.
- Informatie van D. Kenbeek en E. Esselink.
MHO

nog waarneembaar

aanvullingen

trivia

* de foto waarop de as naar beneden stort heeft enige tijd als zoekplaatje gestaan, de foto is herkend door E. Esselink op 23 september 2009