Molen De Weldragende Kersenboom, Krommenie

Krommenie, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Weldragende Kersenboom
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
hennepklopper
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00027 a
oude dbnr.
V3217
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 00027 a De Weldragende Kersenboom (Krommenie)
Foto: verzameling F. Rol

locatie

plaats
Krommenie
plaatsaanduiding
Aan en ten westen van de Nauernase Vaart, bij en ten noorden van de Noordersluis.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Crommenie en Crommeniedijk A (1) 354 Klaas Hekelaar, fabrikeur, & Comp.
geo positie
X: 113459, Y: 501916
N: 52.50336, O: 4.77540

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Vermoedelijk acht tot tien stampers
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1885 gesloopt tot de onderbouw 1972 restanten gesloopt
geschiedenis
De hennepklopper De Weldragende Kersenboom werd gebouwd in 1641. Op 14 juni van dat jaar kreeg de bouwheer van de molen, Jan Christiaensz., de windbrief uitgereikt. Jan Christiaensz. werkte vrij lang met De Kersenboom, pas in 1660 deed hij zijn molen grotendeels van de hand. In dat jaar werd de molen opgedeeld in 1/16e en 1/20e parten, die toen werden verkocht. Een groot deel van de parten belandde in handen van rolreders, maar een 21/40 part kwam in bezit van twee loonmalers, te weten Willem Gavisz. de Jong en Allert Barentsz. Bakker. Zelf behield Jan Christiaensz. ook nog enkele parten. Dit bleef zo tot 9 oktober 1671, op die dag kochten de gezamenlijke rolreders de 21/40 parten van de loonmalers.

De rolreders.
De verwerking van hennep tot touw en zeildoek is in het verleden een van de grootste industrieën van Krommenie geweest. Naast de 13 hennepkloppers waren er ook een groot aantal zeildoekwevers actief, dit waren doorgaans thuiswerkers. De eigenaren van de eerste hennepkloppers werken zelf met de molen en produceerden hun product in opdracht van de rolreders.
De rolreders kochten zelf de hennep in en lieten het op een van de molens beuken. Wanneer het product klaar was lieten zij het bij de thuiswevers tot zeildoek verwerken. Dit zeildoek werd door de rolreders weer opgehaald en verkocht.
Tot het midden van de zeventiende eeuw waren de rolreders afhankelijk van de hennepkloppers. De rolreders bezaten zelf geen molens. Dit betekende dat de molenaars van de hennepkloppers een monopoly positie bezaten en op die grond dus partijen hennep konden weigeren of een hoge prijs voor het beuken konden vragen.
Halverwege de zeventiende eeuw sloten de Krommenieër rolreders een verbond. Met gezamenlijk kapitaal besloten zij om de aandelen van de moleneigenaars te kopen. De grootste transactie vond plaats op 9 oktober 1671, toen de gezamenlijke rolreders het merendeel van de aandelen in de hennepkloppers De Weldragende Kersenboom, De Zwaan, De Haan en De Witte Duif kochten. In de jaren die daarop volgden kwamen ook de andere molens in bezit van de gezamenlijke rolreders.
Deze onderneming bleef tot 1865 bestaan en werd toen ontbonden. De 10 overgebleven aandeelhouders verdeelden de vijf resterende molens onder elkaar.

Op 22 juli 1702 woedde er in Krommenie een zeer grote brand. Maar liefst 70 huizen werden door de vlammen verwoest. Ook een boerderij, die iets ten zuidwesten van De Weldragende Kersenboom stond, raakte in brand. Door overwaaiende vuur begon ook De Kersenboom te branden, echter door daadkrachtig optreden van de brandbestrijders werd de molen gered van de ondergang. De totale schade van de brand in Krommenie werd geschat op het voor die tijd reusachtige bedrag van Fl.800.000,-.

Veel meer gegevens over De Weldragende Kersenboom, naast een levendige handel in aandelen, zijn er niet voorhanden. Nadat in 1865 het contract der rolreders werd ontbonden kwam de molen in bezit van de firma Kaars-Sijpesteijn. Deze firma bezat een garenwerf in Krommenie en was actief in de olieslagerij met de West-Knollendammer oliemolens De Vrede en De Bakker.
Ook de hennepklopper De Witte Duif of De Pachter kwam na 1865 in handen van deze firma. In 1885 besloot de firma Kaars-Sijpesteijn om haar windmolens van de hand te doen. De Weldragende Kersenboom werd in dat jaar tot op de onderbouw gesloopt. Een jaar later volgde De Pachter, die werd onttakeld. Er bestaat een vermoeden dat deze molen toen reeds door een stoommachine werd aangedreven. In 1861 nl. had Bregtus Willem Kaars-Sijpesteijn toestemming gekregen tot het plaatsen van een stoomwerktuig voor de beukmolen en garendrogerij.

De onderbouw en schuur van De Weldragende Kersenboom bleven staan en gingen aanvankelijk dienst doen als opslagplaats voor de firma Kaars-Sijpesteijn. Later werden deze restanten omgebouwd tot woning en bewoond door de familie Sely. De bewoning van het molenrestant duurde tot halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw, daarna kwam het restant leeg te staan. In het voorjaar van 1972 werd het zwaar vervallen restant van De Weldragende Kersenboom gesloopt. Hiermee verdween het laatste grote restant van een hennepklopper in Nederland.

Bronnen:
“de Zaende” 3e jaargang 1948 blz. 357-358
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 204
“Krommenie, zevenhonderdvijftig” uitgave van het historisch genootschap Crommenie 2001 blz. 120-121
“Encyclopedie van de Zaansteek” 1991 blz. 371-372
www.duizendzaansemolens.nl R.Couwenhoven
“Brandkroniek, vanaf 1656 tot september 1906” N. van Pomeren 1906 blz. 3
F. Rol, Zaandijk.

aanvullingen

trivia
Hennepklopper “de Weldragende Kersenboom”, achtkante bovenkruier met schuur, te Krommenie aan en ten westen van de Nauernase Vaart, bij en ten noorden van de Noordersluis. Bouwjaar 1641, gesloopt in 1885.