- trivia
- Het stamphuis.
Wanneer de worteldelen (racine) de nadroging hadden ondergaan, werden ze naar het stamphuis gebracht. Het stampen gebeurde meestal in de nacht omdat de meekrap niet in aanraking mocht komen met het daglicht. De stampinstallatie bestond uit een op een as horizontaal opgesteld rad dat in een draaiende beweging werd gebracht door twee of drie paarden, die van boeren werden gehuurd. Via een lantaarnwiel werd de draaiende beweging overgebracht op een nokkenas die de (vijf of zes) stampers optilde, waarna ze met kracht in de stampbak neerkwamen. De stampers waren aan de onderzijde voorzien van stampijzers of messen. Na een eerste ronde stampen (het schuren) werd de inhoud van het stampblok gezeefd en de laatste vellen en aarddelen die door de zeef vielen, verwijderd. Latere rondes van stampen en zeven leverden diverse handelskwaliteiten op. De wortel bestond uit drie delen: het vel, de kern (krap) en het omringende vlees (gemeene). Men stampte bijvoorbeeld eerst eenderde van de wortel en vervolgens tweederde. De bereiding leverde de kwaliteit 2/1 op: twee delen krap tegen een deel gemeene. De wortel werd ook wel ineens gestampt, hetgeen de kwaliteit onberoofde opleverde. Na het stampen werd het poeder in kisten opgeborgen die zich langs de wand in het stamphuis bevonden. Van daaruit werden vervolgens de grote meekrapvaten gevuld.
Bron: dbnl, digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren