Het archief van de Veenderpolder vermeldt:
1705: Comt Arien Dircxsz Kosijn voer een jaer maelloon van de Veenderpoldermolen staende op de Poelwijck, die afgebrandt & weder opgemaeckt sijnde, aanstondts is besteedt volgens de conditien van bestedinge, de somma van 80: 0: 0.
Michiel Couzijn, 25 okt. 2014.

Volgens het kadaster van 1832 was Jacob Bontje hier de watermolenaar. De oostelijke molen van dezelfde polder ontbreekt in 1832.

06-08-1833: Opregte Haarlemsche Courant

Openbare Verkooping. Op Donderdag den 22sten Augustus 1833, des morgens ten 11 ure precies, in het Huis der Gemeente, van Woubrugge, ten overstaan van den aldaar residerende Notaris Cs. Kempenaar en Getuigen: Van een achtkante SCHEPRAD WATER-MOLEN, hebbende een vlugt van ruim 23 El, met een goede As, mede Scheprad, verder gaande Werk, staande aan de drooggemaakt wordende Veender-Polder, nabij het Huis de Banken, aan de wijde Ode, onder Woubrugge voornoemd. Nader informatie en onderrigt te bekomen bij bovengemelde Notaris Kempenaar te Woubrugge