bouwjaar
verdwenen
buiten bedrijf
geschiedenis
De Ruisenaars watermolen ontleende zijn naam aan de deeleigenaar Joannis Ruisenaars. Op 6 oktober 1321 schonk de Heer van Breda ondermeer de helft van de molen aan Ruisenaar, terwijl hij de andere helft zou pachten. De familie Ruisenaar bezat naast de halve watermolen ook Ruisenaars grote windmolen 9Tenbruggencatenummer 16669) en de kleine windmolen (Tenbruggencatenummer 16670). In 1325 kwam het opstuwingsgebied, de Molenvloed, in bezit van Jan de Rusenare.

Toen de Grote Watermolen (Tenbruggencatenummer 07619) in 1563 in bedrijf kwam, werd de stuw van de Ruijsenaars watermolen verwijderd en vanuit de kom een nieuw kanaal in noordoostelijke richting gegraven voor extra wateraanvoer naar de nieuwe molen.

Bron: Watermolens in Noord-Brabant vroeger en nu, Ir. Piet-Hein van Halder, 2010.

De oorspronkelijke kronkelige loop van de Weerijs is nog kerkenbaar op de kadasterkaart 1832.
Tegenwoordig ligt er een recht kanaal in noordelijke richting naar de Bredase vestinggracht.