bouwjaar
verdwenen
verbrand
eigendomshistorie

1858: molenaar Hendrik Fridus Ritsema (1826-1904) 

geschiedenis

In 1858 verkreeg molenaar Hendrik Fridus Ritsema (1826-1904) toestemming om een koren- en pelmolen te stichten in Kootstertille. De molen werd nog in datzelfde jaar opgericht aan het Kolonelsdiep, maar kwam pas in 1859 in werking. Deze molen stond aan de zuidkant van het water tegenover de huidige Pinksterblomstrjitte.

De molen werd gebruikt door Tjebbe Lucas Veenstra. Volgens een advertentie in de Leeuwarder Courant van 4 januari 1861 kwam Veenstra in mei 1860 uit Pieterzijl bij Ritsema wonen, en hij vertrok in mei 1861 weer naar Visvliet. Kennelijk was Ritsema zelf al bezig met een project in Paesens. In 1860 was Hindrik Jan Bus (zie korenmolen te Arum, Tenbruggencatenummer 01426 a) hier molenaarsknecht.

1860: Advertentie uit
"FINALE VERKOOP van een Koren- en Pelmolen, Huizing etc. te Kootstertil, onder Kooten.
De Notaris Beekhuis te Buitenpost zal op Woensdag den 10 October 1860, des namiddags 4 uur, ten huize van Pieter Ellens, Kastelein te Kootstertille, onder Kooten, krachtens art. 1223 B.W. finaal presenteren te verkoopen:
Een in 1858 nieuw gestichten WIND-, KOREN- en PELMOLEN, benevens HUIZING met Erf en Tuin, staande en gelegen aan het algemeen vaarwater van Leeuwarden op Groningen, het Colonelsdiep genaamd, te Kootstertille onder Kooten, kadastraal bekend gemeente Kooten, sectie C nummers 636, 637 en 638, voor eene grootte van 29 roeden 5 ellen.
In gebruik bij Tjebbe Lucas Veenstra en in eigendom behoorende aan Hendrik Friedus Ritsema en Vrouw, en waarop in 3 perceelen is geboden de geringe som van ƒ 6008."
(Simon Hoeksma, 7 dec. 2013.)

Ritsema slaagde er niet in om de molen rendabel te krijgen. Mede-eigenaar en schuldeiser Arend van Calcar uit Groningen kocht hem daarom na twee jaar voor 6615 gulden uit. Ritsema probeerde het enkele jaren later nog eens in Paesens (molen De Hond), maar ook dat avontuur mislukte.

Het lukte Van Calcar om het bedrijf in 1861 te verkopen aan een andere molenaar: Pieter Harmens van der Leest (1810-1867) werd voor 8000 gulden alleen-eigenaar. Zijn zoon Harm Pieters werd de nieuwe molenaar.

 

18-03-1862: Leeuwarder Courant

PUBLIEKE VERKOOPING van een' OLIEMOLEN enz.

De Notaris BEEKHUIS te Buitenpost zal op Zaturdagen den 29 Maart en 12 April 1862, provisioneel en finaal, telkens des namiddags 4 uur, ten huiza van H. Elderingh, Kastelein te Kootstertille onder Kooten, publiek presenteren te verkoopen :

1. Een in den jare 1859 nieuw gestichten en in volle wer• king zijnden WIND-OLIEMOLEN, met Erf en Tuin, te Kootstertille onder Kooten aan het Colonelsdiep, gemeente Kooten, sectie C nos. 641 en 642, groot 18 roeden 40 ellen.

2. Eene nette, voor weinige jaren geheel vernieuwde BURGERHUIZING, met Erf en Bleekveld aldaar, gemeente Kooten, sectie C no. 551, groot 2 roeden 45 ellen ; by Mejufvrouw de Wed. Elderingh in eigen gebruik.

3. Een HUIS, waarin thans eene Blaauwververy' wordt uitgeoefend, met Erf, Taln en Boomgaard te Kooten , aan den Weg; benevens 3 stukken BOUWLAND aldaar, ten westen en noorden, sectie C nos. 93, 94, 96 en 102, groot 4 bunders 86 roeden 50 ellen.

4. 2 bunder 26 roede 60 el WEIDLAND aldaar, de 4 Mad genaamd, sectie C co. 454.

5. 1 bunder 75 roede 10 el BOUWLAND, onder Drogeham, aan den Weg, de Bosch genaamd, sectie F no. 129. 

6. 1 bunder 84 roeden 2 ellen BOUW- en WEIDLAND aldaar, aan het Colonelsdiep, sectie F nos. 164 en 600. 

7. 51 roeden 10 ellen HOOILAND aldaar, sectie G nos. 284, 285 en 482. 

8. 2 stukken BOUWLAND , gelegen onder Surhuisterveen, tusschen den Achterweg en de Louwers , gemeente Surhuizum, sectie B nos. 112 en 113, groot 1 bunder 63 roeden 30 ellen. 

 

Helaas voor hem brandde de molen in de nacht van 24 op 25 november 1865 geheel af. 

 

05-12-1865: Leeuwarder courant

In den nacht van 24/25 November jl. is de rog- en pelmolen, eigen aan en in gebruik hij Pieter Harms van der Leest  te Kootstertille, met de daarin aanwezige granen enz. geheel afgebrand, zoomede de knechtswoning in de onmiddellijke  nabijheid daarvan staande. De oorzaak is onbekend.  De molen en de daarin aanwezige goederen waren verzekerd.  De nevenstaande gebouwen zijn door spoedig aangebragte hulp behouden gebleven.

Begin 1866 stond een advertentie in de krant voor de aanbesteding wegens het bouwen van een nieuwe wind-, pel- en korenmolen. 


bronnen

Bronnen: 
- Informatie van Simon Hoeksma, 8 dec. 2013. 
- Informatie van Dick Bunskoeke, 8 dec. 2013 - 26 nov. 2021.