bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
In 1313 wordt vermeld dat Fredericus zoon van Matteus de Boningen de Hof in Beuningen en 'de watermolen' in leen had.
Uit 1453, 1480, 1490 en 1492 zijn ook vermeldingen bekend.

De molen lag even ten zuiden van de Möllemansbrug, zuidoostelijk van de boerderij Mölleman of Meuleman. Een laag weiland daar heet nog De Koele of Mölnkoele, in 1832 kad. perceel Losser A (5) 499, later A 1572. Ten westen hiervan ligt het Bruggenstuk, paalresten in de bedding duiden de plaats van de voormalige molen aan.

Mogelijk werd de molen van Singraven (Tenbruggencatenummer 02679) verplaatst of vernieuwd rond 1480-1490, ten koste van de oude molen te Beuningen. Op 2 mei 1505 verkochten Johan en Johanna van Langen-Hondenberg aan Frederick van Twyckeloe "die havestede als dat Erve kote offte guet gheheten die Syngraven myt der molen", met ondermeer de voorwaarde dat er bij Beuningen nooit meer een molen zou worden gebouwd.

Bron: Molens, Mulders, Meesters, H. Hagens, 1978, blz. 442.