Voor deze zaagmolen werd op 18 december 1624 een windbrief uitgereikt aan Claes Baertsz. Het is niet bekend of het een paltrok of een bovenkruier was, de windpacht bedroeg 3 gulden en hij stond vier erven benoorden de Zuidersluis. Deze Claes Baertsz was een van de mede-oprichters van de Zaandijker oliemolen Het Vette Schaap.
Na het overlijden van Claes Baertsz in 1628 werd de molen eigendom van zijn zoon Joris Claes Baertsz.
Wanneer de molen verdween, is onbekend. Op een kaart uit 1635 komt de molen nog voor. In ieder geval werd hij voor 1649 afgebroken. Hoogstwaarschijnlijk werd de molen verplaatst naar elders in de Zaanstreek.
Bronnen:
- "Duizend Zaanse molens" P. Boorsma 1968
- "250 Zaanse molens" R. Couwenhoven 2001
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 221.