Tussen het jaar 1610 en 1625 verrezen de eerste industriemolens aan de Zaan. De gegevens over deze molens zijn schaars. Ook hebben de meeste van deze molens maar kort bestaan. Dit zal ongetwijfeld te maken hebben gehad, dat zich in die periode, de dorpskernen van Zaandam, Koog aan de Zaan, Zaandijk en Wormerveer begonnen te ontwikkelen. Hierdoor kwamen deze molens in de verdrukking. Het is zeer goed mogelijk dat een aantal van deze molens toen is afgebroken en verplaatst naar het vrije veld achter de Zaandorpen. Hiervoor zijn echter geen concrete bewijzen voorhanden.
Deze vroege industriemolens zijn ingetekend op twee kaarten uit 1629 en 1635, vandaar dat hun bestaan bekend is.
Ook deze molen op de Koogveen kwam voor in de beide kaartenboeken. De molen was gelegen op de Koger Hem aan het einde van het Vermaningspad. In welk jaar de molen was gebouwd, wat er met de molen werd geproduceerd en hoe en wanneer hij verdween zijn allemaal nog openstaande vragen. Ook de eigenaar van de molen werd niet genoemd.
Op 22 juli 1619 verkocht Cornelis Jansz voor ƒ 220 een vierde part van deze zaagmolen aan Dirck Thijsz uit Koog aan de Zaan.
Op 28 oktober 1620 verkochten Cornelis Jansz, alias Kees Jan Aerian Gerrits, en Claes Claesz Schots voor € 590 driekwart part aan Gerrit Claesz.
De molen staat zonder naam op de kaart van Dirck Gerritsz Langedijck uit 1627, en hij staat ook nog op een kaart uit 1635.
Bron: "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 182.