Dit molentje komt slechts eenmaal voor in de boeken, en wel van toen het verbrandde. In het journaal van Jacob Pietersz. Hoogeboom wordt vermeld: "wipmolen 't Wupje op 't Crommenieërpad verbrand op 2 december 1722."
Meer gegevens zijn er over deze molen niet bekend.
Bron:
"250 Zaanse molens" R. Couwenhoven 2001
F. Rol
-----
“ ’t wupje op ’t Crommenieërpadt verbrand”, meldde Jacob Pietersz. Hoogeboom uit Westzaandam op 2 december 1722 in zijn journaal. Deze brand wordt niet vermeld in de brandkroniek, die Pieter Boorsma in Duizend Zaanse Molens opnam.
Hoogeboom was een oomzegger en erfgenaam van de Zaandamse koopman Nicolaas Calff. Van 1713 tot en 1734 hield hij een journaal bij, waarin hij veel bijzonderheden over het dagelijks leven in de Zaanstreek optekende.
Dr. G.J. Boekenoogen, schrijver van het standaardwerk De Zaansche Volkstaal (1897) vermeldt de aantekening als ondersteuning van het Zaanse woord ‘wupje’, een verbastering van ‘wipje’ . Hoogenboom gaf met zijn notitie dus aan dat er een wipmolen was verbrand en tevens dat het hier om een kleine molen ging. Wat voor type molen een prijs der vlammen werd heeft hij helaas niet vermeld. De aantekening van Hoogeboom is bovendien de enige vermelding, die over deze molen is gevonden.