In 1749 nieuw getimmerd (Groninger Courant).
Op deze plaats staat op de volgende kaarten een molen aangegeven. van Deventer (ca.1560), Braun (ca.1575), Geelkerken (1616), Haubois (1652) en Pronk (1754).
Eigenaars:
1724; overdracht van een helft door de E. Harmannus Hindriks aan Harm Everts en Ren.... Veenings (3.X.102);
1749: publieke verkoping door Jan Schuiring (PGC) nieuw getimmerd. Andere helft:
1749: Scheiding van de nalatenschap van de Raadsheer G.R.de Cock. Toebedeeld aan mevr.Enna de Cock, huisvrouw van de heer gildsrechtsheer E.van Swanevelt. (3.X.133); 1751: overdracht door G.van Swanevelt aan Andries Jans (3.X.136); 1752: overdracht door Gerhard van Swanevelt aan de koopman Henricus van Alsema (3.X.137).
-----
Het is op basis van kaartmateriaal lastig te beoordelen welke van de twee molens in de Kranedwinger (deze en dbnr. 11998) de oudste is. Jacob van Deventer tekent rond 1560 één molen ter plaatse van de latere dwinger (zie volledige kaart dbnr. 11987). Dit lijkt om deze zuidelijke positie te gaan. Nicolaas Geelkercken tekent in 1616 ook één molen en dat lijkt de noordelijke positie. Op de kaart van Joan Blaeu uit 1649, wat een reproductie is van de eerste kaart van Haubois uit 1643, staan beide molens getekend. Aangesloten wordt daarom bij de opvatting van o.a. Berend van der Veen Czn. dat deze zuidelijke molen de oudste is.