bouwjaar
verdwenen
verbrand maar weer herbouwd
geschiedenis

16-02-1838: Leeuwarder courant

IN NAAM DES KONINGS.

EXECUTORIALE VERKOOP bij De REGTBANK van EERSTEN AANLEG, ZITTING HOUDENDE te LEEUWARDEN, van:

De geregte HELFT van en in een achtkante ROG- en PELMOLEN, met ZWICHTSTELLING en een paar ROGSTEENEN, en twee paar PEL STEENEN, en al deszelfs verder toe- en aanbehooren , met de daarom gelegen GROND, en daarop achter den Molen staande houten HOK of BERG. PLAATS cum aunexis, de Mariengaarder Molen, genaamd de Hoop, staande en gelegen aan den algemeenen Weg, onder het behoor van den dorpe Hijum, gemeente Stiens, kanton Leeuwarden no. 2, arrondissement Leeuwarden, en aldaar op den perceelsgewijzen kadastralen legger bekend onder sectie A, no. 283.
 De geregte HELFT van en in de bij genoemde Molen staande MOLENAARS HUIZINGE, met aanhoorigen GROND, en al deszelfs verder toe- aanbehooren, alles insgelijks staande en gelegen onder het behoor van den dorpe Hijum, gemeente, kanton en arrondissement voornoemd, en aldaar op den perceelsbewijzen kadastralen legger bekend onder sectie A, nos. 284, 285 en 286, en de Huizinge mede gequoteerd met no. 3a, hebbende alle deze bovengenoemde Vastigheden, over het geheel tot Naastlegers ten Oosten en Zuiden Jan Jippes Jippes; ten Westen den Weg, en ten Noorden; de Weduwe van der Leij en zijn dezelve in huur en gebruik bij den Molenaar Johannes Bulthuis.
Een STANDER , KOREN- en MOUTMOLEN, genaamd de Roos, met een paar ROGSTEENEN en al deszelfs verder toe- en aanbehooren, benevens den daarom gelegenen GROND cum annexis, groot naar naam en faam achttien vierkante roede, alles staande en gelegen aan den algemeenen Rijdweg en Heerenwegstervaart tusschen Hallum en Marrum, onder eerstgenoemden dorpe Hallum , gemeente Hallum, kanton Hallum, arrondissement Leeuwarden , en aldaar op den perceelsgewijzen kadastralen legger bekend onder sectie B, no. 606; hebbende deze Vastigheden over het geheel toe Naastlegers, ten Oosten de Weduwe van Keimpe Gerrits van der Meulen ; ten Zuiden den Rijdweg; ten Westen Andries Harmens Kuiphof, en ten Noorden de Heerenwegstervaart, en zijn dezelve bij den na te noemen en eigenaar Gerrit Keimpes van der Meulen zelfs in gebruik. Gearresteerd ter requisitie van Louis Keijlstra, Koopman, wonende te Dragten, domicilie hebbende ten Kantore van zijnen Procureur in dezen , de Heer REITSE ATTEMA, te Leeuwarden, en ten laste van Gerrit Keimpes van der Meulen, Korenmolenaar, wonende onder het behoor van den dorpe Hallurn. Bij Proces-Verbaal, opgemaakt door den Deurwaarder JOCHEM OBBES TERGUIN, te Leeuwarden, den achtsten Januarij achttien honderd acht en dertig, behoorlijk geregisereerd, overgeschreven een Kantore der Hijpotheken te Leeuwarden, den zestienden Januarij achttien honderd acht en dertig, en ter Griffie van genoemde Regtbank, den zeven en twintigsten Januarij daaraanvolgende, en waarvan Kopij gelaten is: 1. aan Jonkheer V. V. van Cammingha, Grietman van Leeuwarderadeel; 2. aan den Heer C. Westenberg, Grietman van Ferwerderadeel; 3. aan den Heer Mr.  J.L. Huber, Griffier van hec Vredegeregt kanton Leeuwarden no. 2, en 4. aan den Heer P. Plantenga, Griffier van het Vredegeregt kanton Hallum.  De eerste Publicatie der Memorie van lasten, zal plaats hebben op Dingsdag den 27 Maart 1838, des morgens ten tien ure, ter Rolle der Regtbank van eersten aanleg te Leeuwarden, zitting houdende op het voormalig Landshuis aldaar. Voor Extract conform, R. ATTEMA, Procureur.

 

18-02-1842: Groninger courant

Men presenteert publiek, aan den meestbiedende te verkoopen: Een hechten en sterken ROGGE-, WEIT- en MOUTMOLEN, de ROOS genaamd, met daaraan belendende kamp LAND, benevens HUIZINGE en ERVE, alles bijzonder geschikt en welgelegen aan de Heerenwegstervaart en den Rijdweg tusschen Marrum en Hallum; waarop bij de veiling slechts gebofen is de geringe som van f 2917; mitsgaders een perceel Bouwland aan het Molenhiem; waarop geboden is f 240, Toebehoorende aan R.J. Kampstra; den 12 Mei 1842 vrij aanvaarden, des avonds ten 5 ure, bij de finale toewijzing, ten huize van S.L. de Vries, Kastelein, te Hallum. Zijnde inmiddels de Conditien te vernemen bij den Heer J.J. Heep. Griffier te Holwerd.

 

29-12-1846: Leeuwarder courant

Verkooping; van eenen Rogge-, Weit- en Pelmolen, onder Hallurn. Men presenteert publiek, aan de meestbiedenden te verkoopen :

1. Eenen hechten, sterken en welbeklanten , in de laatste jaren veel verbeterde WIND-KORENMOLEN, de Roos genaamd, benevens eene HUIZINGE en ERVE cum annexis, alles bijzonder geschikt en welgelegen aan de Heerenwegstervaart en den Rijdweg, tusschen Marrum en Hallum; waarop bij de veiling slechts geboden is de geringe som vnn ƒ 2727.

2. Een stuk uitmuntend BOUWLAND, ten Oosten van en aan het Molenerf; waarop geboden is de som van ƒ240  Alles in voegen bij den eigenaar J. R. Brouwer bewoond en in gebruik ; den 12 Mei 1847 vrij te aanvaarden.

Wie gading maken, komen op Donderdag den 7 Januarij 1847, des avonds ten 5 ure, ten huize van S. E. de Vries, Logementhouder te Hallum, bij de finale toewijzing; zijnde inmiddels de Conditien te vernemen bij den voornoemden Eigenaar en den Griffier J. J. HEEP, te Holwerd.

 

25-01-1848: Leeuwarder Courant, 
"Ferwerd, den 22 Januarij.
Laatstleden Donderdag, des morgens omstreeks vier ure, is er brand ontstaan in den Korenmolen van Klaas Willems IJpeij, staande onder Hallum bij de Marrumer brug aan de Heerenwegster Vaart, met dat gevolg, dat dezelfve, met de daarin ter maling aanwezige granen, uitgezonderd een weinig rogge en garst, geheel is afgebrand. De oorzaak van den brand, welke in het beneden gedeelte van den Molen moet zijn ontstaan, heeft men dusverre niet kunnen ontdekken. De Molen was, overigens, tegen brandschade verzekerd."