bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
De molen stond op de molenwerf tussen Noordeinde en Galgewater ten oosten van de Jan van Woudengracht, thans Doelengracht. Mogelijk is dit de molen die reeds op een kaartje van Leiden van omstreeks 1300 staat.

De molen wordt voor het eerst genoemd in een akte van 1430, waar bij de verkoop van een belending de verplichting werd aangegaan om elke vier jaar de bomen te snoeien en de ronde omgang van de molen te behouden. In 1451 wordt vermeld de molenwerf van Huge Jansz. En in 1473 werd Witte Hugen de Molenaar genoemd.

Hij moet de molen hebben verplaatst naar het bolwerk bij de Witte Poort, want in 1522 werd door de stad een molen met huis gekocht van Aerts Pieters staand aan de Weddesteeg. Tenslotte wordt in 1551 melding gemaakt van het ledig molenerf.

Bronnen ondermeer:
- "Leidse windmolens voor 1600", artikel door Ir. A.F. de Graaff in Leiden Jaarboek 1962. Met dank aan H. van der Kaay.
- "Verdwenen Windmolens van Zuid-Holland", A.J. Marrenga-Stapff.