- vang
- Vlaamse vang; 5 vaste stukken. Vangbalk met haak; vangstok. Kneppel; pal.
vang
- inrichting
Twee koppel 16der blauwe stenen (waarvan één nog niet maalvaardig) op halfzolder op de stellingzolder; centrifugaalbuil, mengmachine en mengketel (alle elektrisch aagedreven); sleepluiwerk (gecombineerd met afschietwerk).
- overbrenging
Bovenwiel 56 kammen
Bovenschijfloop 26 staven
Spoorwiel 86 kammen
Steenschijfloop 27 staven
Overbrengingsverhouding 1 : 6,86