- vang
- Stutvang; 3 vaste stukken. Binnenvangstok. Trekvang; pal.
vang
- inrichting
Twee zaagramen met eigen slee en één schulpraam; twee winderijen
- overbrenging
Bovenwiel 66 kammen
Krukwiel (varkenswiel) 26 kammen, steek 10,8 cm.
Overbrengingsverhouding 1 : 2,54