bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

21-10-1654: akte nr 71, attestatie of verklaring

Op verzoek van Cornelis Jonasz en Willem Rijcken, molenaars op de Haesmolen, Pieter Claesz molenaar op de Papagay, Laurens Cornelisz molenaar op de Blauwemolen, Jan en Batholomeus Jansz molenaars op de korenmolen van Valck, Claes Rochusz molenaar op de Pelicaenmolen, en Jacob en Dirck Meesz korenmolenaars op de molen de Fortuijn, leggen Deonijs Adriaensz van Leeuwen, 55 jaar en molenaar, en Jan Bartholomeusz, 64 jaar en molenaar, een verklaring af.

Zij verklaren dat zij al heel veel jaren molenaar zijn en verschillende malen hoofdman van Gilde zijn geweest en daardoor ook met de inpost van het gemael te maken hebben gehad. Thans is Willen Henricksz Ruijter impost van het gemael, hij wijst hen er op dat er zakken met meel niet op de biljetten van de pachters staan, zij antwoorden dat het echter vele jaren is gedoogd dat er zakken niet op het biljet staan.

 

29-01-1689: akte 48, insinuatie of aanzegging

Cornelis van Ysel verzoekt 27/01/1689 de notaris zich met een acte van insinuatie te vervoegen bij Gerrit Adriaensz van Gilse. Deze heeft korenmolen 'de Valck', gelegen buiten de Schiedamse Poort, en een huis waarin hij zelf woont, in gebruik, waarin ook deelnemen de voogden over de kinderen van Barbar Frans Brouwer t.w. Matthijs van der Veen, Jacob Maertense van Nieperhout en Melt Jacobse van der Veen die te Rotterdam bij notaris Johan van de Pavoort met van Gilse die een huurcontract zijn aangegaan dat 01/05/1689 afloopt. Van IJsel wil e.e.a. niet continueren.
Als de notaris zich 29/01/1685 bij Van IJsel vervoegt blijkt deze niet thuis, zijn vrouw neemt de acte in ontvangst.
Note: zie tevens akte no. 49 dd. 29/01/1685 blz. 125.

 

De molen werd later vervangen door de stenen stellingmolen de Valk 

bronnen

Bron: oa Stadsarchief Rotterdam