- vang
- Vlaamse vang; 4 scharnierende stukken. Vangbalk met haak; vangtrommel (schijfvormig, te bedienen van binnen en buiten). Kneppel; pal.
vang
- inrichting
Houten scheprad, Ø 4,80 m; breed 0,32 m., op houten wateras in de molen.
- overbrenging
Bovenwiel 55 kammen
Bovenschijfloop 26 staven, steek 13,4 cm.
Onderschijfloop 21 staven
Onderwiel 80 kammen, steek 13,5 cm.
Overbrengingsverhouding 1,80 : 1