Op 28 juni 1581 kocht Maerten Claesz. een Corenwintmolen in Rotterdam van de molenaar Lenart Barentszn, met de bedoeling deze naar Wassenaar te vervoeren als vervanging van de daar verwoeste molen. Samen met zijn schoonzuster Martijntgen Philipsdochter kocht hij de molen "an 't einden in den Houtuyn".
Op 29 januari 1581 waren al de grond en de fundering verkocht, Maerten kocht dus alleen het houtwerk en moest dat voor 26 juli verwijderen. De onderdelen werden waarschijnlijk per schip naar Wassenaar vervoerd en daar weer opgebouwd.
Bron: Frans Mickelinghoff, "Molen Windlust in Wassenaar", Wassenaar 2004.
H. van der Kaay, 10 maart 2009.