- bouwjaar
- verdwenen
-
gezonken
- geschiedenis
-
Op 31 januari 1590 kreeg Hans van Aelst van de Tielse magistraat vergunning tot het leggen van een molen op de stroom voor Tiel. Dit was een schipmolen, die in de rivier verankerd lag en waarvan het rad door de stroom werd gedreven. Van Aelst werkte in deze molen samen met een Gerrit Verstap, die in de archieven "papiermaker" wordt genoemd. Door onbekende oorzaak is deze merkwaardige schipmolen reeds een jaar later gezonken.
Jan van Aelst was de oprichter van de getijdemolen te Zwijndrecht.De Tielse Papiermolen zie bron: website De Tielenaar
Hans van Aalst bracht de molenbouwer Gerrt Verstappen mee naar Tiel en ging wonen bij de smid Gerrit Crull in de Voorstad. Die zag wel wat in de onderneming en trad op als geldschieter. De andere Tielse geldschieter (of werknemer) werd Jan de Raad. Vermoedelijk hebben de heren een molen gebouwd die bestond uit twee schepen met daartussen een groot waterrad. Op het ene schip (het huisschip) stond de papiermolen en alles wat daarbij hoort en het andere (kleinere) schip fungeerde als drager van de as van het waterrad. Er zijn o.a. in Nijmegen, Maastricht en Deventer van dit soort molens gebouwd en gebruikt maar dan voor het malen van graan.
Wat er precies gebeurd is blijkt niet uit de archivalia, maar duidelijk is wel dat het Van Aalst ook in Tiel niet mee zat. Want op 24 november 1591 lag de papiermolen gezonken voor de stad. Waarschijnlijk hadden de bouwers de kracht van de stromende rivier fors onderschat. Gerrit Verstappen beloofde op die dag (zie bijlage) aan Gerrit Crull en Jan de Raad dat hij “alle het iserwerck soe anckeren, kettenen und alle andere groff yserwerck van die pappieren molen scheepen alhier nu inden gront gesoncke liggende, zall doen afbreken” en binnen twee dagen in het huis van Gerrit Crull zou brengen. Daar moest het blijven liggen totdat de smid en Jan de Raad “van hoer verdienst en achterwesen betaelt zijn”.
Van Aalst was toen niet in Tiel. Zijn vrouw wel en die vertrouwde Verstappen kennelijk niet. Want op 2 december 1591 gingen de heren van de schepenbank op verzoek van de vrouw van Van Aalst naar Gerrit Verstappen om hem aan te zeggen “dat hij de goederen van de papiermolen en de papieren daarvan niet becroden veralinieren of toedelen zal voordat haar man thuis zal zijn”.
Dat is het laatste wat we in Tiel over Hans van Aalst vinden. Hij is vertrokken naar Arnhem om te pogen op de heel wat rustiger beken op de Veluwe een papiermolen te gaan bouwen – nog steeds de eerste papiermolen in Gelderland. Ook daar kreeg hij alle medewerking maar het zat de man niet mee in het leven. Hij overleed kort vóór 7 september 1593. Want op die datum gaf de magistraat van Arnhem aan de weduwe Godelieve toestemming om de bouw van de molen, waaraan haar man begonnen was, af te bouwen,