bouwjaar
verdwenen
verbrand in september 1842
geschiedenis

Toen de plek van de Stadsvolmolen (Tenbruggencatenummer 08170) dienst moest gaan doen als zijderederij Zijdebalen (Tenbruggencatenummer 08202), werd ter vervanging de molen van Dareth aangekocht om die als nieuwe stadsvolmolen in te richten.

Op de twee tekeningen zijn de sluizen te zien die gesloten konden worden om het water door de molen te leiden. Op de tekening van Jan de Beijer is ook het uitstromende water te zien dat onder het houten beschot doorloopt.

 

18-07-1845: Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad

 De volmolen van den Heer J.H. Kraamwinkel aan het zoogenaamde Zwarte Water te Utrecht, die ten gevolge van den brand in de fabriek der Heeren de Waal en van Driest, in September 1842 voorgevallen, geheel in de asch was gelegd, is sedert door den eigenaar nieuw gebouwd, en vooreerst ingerigt tot de uitoefening van een olie- cement- en snuifmolen. Het lokaal is ruim en fraai en alleszins doelmatig gebouwd. De molen, die zich zelven zwicht en tevens op den wind kruit, wordt door wind en door water gedreven, en is geheel uit ijzer zamengesteld.


Mogelijk gebruikte Unico Willem Teutonicus Cazius / Unrico Wilhelm Teutonius Casius in 1817 slooponderdelen van de Kostverloren te Weesp (Tenbruggencatenummer 08004) ter verbetering van deze molen in Utrecht na de aankoop in 1816.
Bron: "Van Amsterdamse Stamper tot Weesper Haan", art. door mr. J.H. van den Hoek Ostende in Molenwereld nov. 2006.

bronnen

Uitgebreide tekst over deze molen: "Zes eeuwen molens in Utrecht", W.A.G. Perks, 1974, blz. 209-225.