Tussen 1729 en 1761 is de molen vervangen door een stenen molen.
Otto de Bruyn huurde de molen in 1762 en was molenaar totdat hij in 1788 overleed. Zijn weduwe en zijn zoon zetten het bedrijf voort. Zoon Willem werd in 1803 als laatst genoemd.
Tot zeker 1832 bleef de molen behoren tot de bezittingen van het Huis te Doorn.
Bron: Hist. Kring "Tussen Rijn en Lek", december 2006 40-4, blz 63-65.
Ing. G.B.H. Woudenberg, 5 maart 2007.
Utrechtsche courant, 6 februari 1832
Verkooping van den OPSTAL van den WIND-KORENMOLEN te Doorn, om bij het eindigen der tegenwoordige Pacht, met primo Mei aanstaande te vervoeren; of wel in de gemeente Doorn, alwaar geen andere Korenmolen gevonden wordt, opnieuw te plaatsen, en dat bij inschrijving, op Donderdag den 1. Maart 1832, voormiddag ten elf ure, in het Geregtshuis te Doorn. Zijnde, intusschen nadere informatien te bekomen bij den Rentmeester J. DE RIDDER, te Amerongenl