bouwjaar
herbouwd
verdwenen
verbrand
geschiedenis

In 1556 werd toestemming gegeven voor het oprichten van de molen. Op de Schotanus-kaart van 1718 staat de standerdmolen aangegeven.

 

09-08-1816: Leeuwarder courant 

De notaris E. van Loon, zal, op zeer gemakkelyke termynen van betalinge, op Zaturdag den 17den Augustus 1816, des namiddags ten één uur, in de herberg te St. Jacob, by den finalen palmslag, presenteeren te verkoopen:

  1. Een zeer voortreffelyke en neringryke, in de jare 1804 nieuw gedekte, veel vertimmerde en boven veele andere uitmuntende ROG-, WEIT- en Moutmolen, voorzien van twee paar steenen, met de kapitale Huizinge, waar in twee kamers, keuken, schuur en stallinge, voor twee paarden en twee koeyen, in 1805 nieuw gebouwd, staande en gelegen in de volkryke Gemeente St. Jacobe Parochie, by de weduwe Cornelis Jans, als eigenaarsche in gebruik, den 12den Mei 1817, vry te aanvaarden. Waar op by de eerste zitdag geboden is f 7325-15-0.  enz. 

 

09-05-1823: Leeuwarder courant

De Notaris J. E. van LOON, te St. Anna Parochie, zal op Zaturdag den 10 Mei 1823, des avonds ten 6uren, in het Koffihuis te St. Anna Parochie, finaal presenteren te verkoopen:

Eene hechte, sterke en welbeklante PELMOLEN, met de daarbij behoorende HUIZINGE, bestaande in een Kamer, Keuken, Achterhuis en Koestalling, staande en gelegen onder St. Anna Parochie (zijnde de eenige Pelmolen in de Grietenij het Bildt), bij Hibel Stuivinga in huur, voor ƒ2OO : 00 in het Jaar, tot den 12 Mei 1824 en als dan vrij te aanvaarden. Waarop geboden is f 1900 : 00.   

 

27-02-1829: Leeuwarder courant

Uit de Hand te koop: De ROG- en PELMOLEN, te St. Jacobi Parochie, met daaarbij Woonhuis, Schuur en Knechtswoning, alles staande zeer aangenaam aan de Vaart en den Rijdweg. Deze gebouwen zijn in de laatste jaren bijna geheel vernieuwd en in den besten staat van onderhoud. Het dorp St. Jacob, waar de eenige molen is, bevat twee duizend zielen, en het is alleen om bedrijfsverandering, van den tegenwoordigen eigenaar, dat dit eigendom, dat dit eigendom, om dadelijk, of op aanstaanden Mei te aanvaarden, ter verkoop wordt aangeboden. Gegadigden kunnen zich vervoegen, in persoon of met franco brieven, zoo bij den Molenaar zelf, als ook bij den Notaris van Loon, te St. Anna Parochie.

 

Bij een verkoping (adv. in de Leeuwarder Courant van 14 feb. 1862) wordt o.a. vermeld dat de molen naast koren- en pelmolen ook een moutmolen was en in gebruik was bij W.D. Bos. In de L.C. van 18 mrt. 1861 vroeg de toenmalige molenaar 2 molenaarsknechten, maar op 15 maart nog maar 1. Opvallend is dat deze advertentie nog 11 maal werd herhaald. In de L.C. van 17 april 1815 vroeg de weduwe van Cornelis Jans een molenaar en liefst een vrijgezel. 

In de nacht van 28 op 29 april 1875 verbrandde de korenmolen De Hoop van Poppe Wijnia te St.-Jacobiparochie door onbekende oorzaak. De brand brak uit 's nachts tussen 2.00 en 3.00 uur, toen het ontdekt werd viel volgens de burgemeester aan blussen niet meer te denken. De molen was verzekerd bij de Onderlinge Brandwaarborg Maatschappij Kanton Hallum. Hoewel het vermoeden bestond dat de eigenaar zelf de brand gesticht had, is dat nooit bewezen. Op 29 april zou er een overschrijving van de hypotheek op de molen plaats hebben, terwijl de eigenaar op 1 mei het laatste gedeelte van de koopsom moest betalen. De dienstmeid verklaarde dat haar baas zoals gewoonlijk zeer om geld verlegen zat.

Op 1 juni kocht Wijnia de korenmolen te Berlikum en herbouwde hiermee de molen in St.-Jacobiparochie.

Bronnen:
- "Het molenbestand in Friesland, een overzicht van het aantal der industriemolens in Frl. tot 1900", art. door drs. D.M. Bunskoeke in De Utskoa nr. 40, dec. 1985.
- "Uit de knipseldoos nr. 24", art. door P. Timmermans in De Utskoat nr. 63, okt. 1991.
- "Molenbranden in het Bildt", art. in De Utskoat nr. 97, maart 2000. Verzameling H. van der Kaay.