trivia

Ligging:aan de noord-west zijde van het Haagse centrum nl in de 17e eeuw aan het einde van de Denneweg , nu nabij de aansluiting van de Frederikstraat op de Javastraat.
Van de beroemde Mallemolen rest slechts een straatnaam.



Evenals Bastiaan Sommester waren beide Pieter Pouwelsz Ingenraem van professie ook meester-harnasmaker, en zo ook Pieters schoonvader Hendrick Hermanssen van Leeuwen. Een andere schoonzoon van Hendrick van Leeuwen, Lambert Faessen van der Kiste, was smid. Deze Lambert Faessen was eigenaar van de Slijp- Polijst- of Harnasmolen, alias de' Mallemolen', staande aan het einde van de Denneweg te Den Haag. destijds aan de rand van het duingebied, in de buurt was een proefveldje van het Staatse leger waar geschut werd getest.
Tegenwoordig is op deze plaats, een steegje met een hofje "Mallemolen" ter hoogte van de splitsing van Javastraat en Frederikstraat.

De pentekening (1677) is van Josua de Grave, 's Gravenhage vanuit het noord-westen; de plaats waar de naam 'Eijgenraam' de eerste maal vermeld wordt. De molen 'zonder wieken' (1613) voor de kerk ( Nieuwe kerk) is de "Malle Molen".
"Deze molen was van onderen tot boven met een stenen muur gebouwd, en bekwaem om allerlei wapenen te slijpen en te polijsten, en daarnaast ook mout en allerlei mestinge voor beesten te malen”.

Aannemelijk is dat de Mallemolen door de verschillende harnasmakers werd gebruikt om de harnassen of helmen te vervaardigen. Er is een contract gevonden in de notariële archieven, betreffende een order van het Staatse leger aan Pieter Pouwelsz, zie Genealogie van het geslacht Eijgenraam.

In het archief van Delfland bevindt zich een kaart (no. 708) waarop de ligging van de Slijp- of Harnasmolen staat aangegeven.
Ingezonden door Jan Eijgenraam, 24 februari 2013

Bij de tekening van Jacob van der Croos: dit is een onderdeel van het Gezicht op Den Haag, omgeven door twintig gezichten in de omgeving.

Het is de vraag of deze molen wel een grondzeiler is geweest.
In het boek "Haagse Stadsgezichten",topografische schilderijen van het Haags Historisch Museum, uitgegeven in 1991, staan diverse afbeeldingen van deze molen.
Prenten en schilderijen van Jan de Bisschop en I.V. Croos.
Deze afbeeldingen vertonen diverse stadia van verval van de molen en met name een prent getekend door Jan de Bisschop vertoont de molen met, zo lijkt het, een gedeeltelijk afgegraven belt en met duidelijk zichtbaar een gedeeltelijk aanwezige invaart. Een beltmolen dus.
In dit boek wordt als bouwjaar tussen 1613 en 1623 genoemd met als waarschijnlijke molenmaker Claes Wollebrantsz.
Vóór 1693 moet de molen zijn afgebroken, terwijl de molen mogelijk al in 1649 buiten gebruik was.
Informatie van Wim Rotteveel, 6 februari 2018
Bron: "Haagse Stadsgezichten",topografische schilderijen van het Haags Historisch Museum, uitgegeven in 1991