De eerste vermelding van de molen dateert van 1 januari 1715, toen Cornelis Kroon de molen voor ƒ 1200 verzekerde onder de naam De Kronenburgh. Gezien de windpacht van ƒ 8 ging het om een balkenzager, en niet om een wagenschotzager, want die stonden voor ƒ 3 in de windpacht.
De molen staat vermeld op de zgn. Schaatsenrijderslijst. In de winter van 1726 maakten drie schaatsers een tocht door de Zaanstreek, waarbij zij van iedere molen die zij passeerden, de naam, functie en eigenaar noteerden. De Gekroonde Burcht werd ingedeeld bij de balkenzagers, als eigenaar stond Claas Gelepij te boek.
Op 1 januari 1734 liet Gelepij zijn molen tegen brand verzekeren in een assurantiecontract. Dit brandcontract werd op die dag opgericht bij notaris Hondius in Zaandam en was speciaal bedoeld voor paltrok-houtzaagmolens. Op 1 januari traden naast Gelepij nog 30 andere houtzagers toe tot dit contract. De verzekerde waarde van De Gekroonde Burcht was ƒ 1200, dit was het hoogste bedrag waarvoor een molen kon worden verzekerd.
In het midden van de achttiende eeuw ging het zeer slecht met de houtzagerij in de Zaanstreek. Doordat de Engelsen omstreeks 1740 zeer hoge invoerrechten gingen berekenen voor bewerkt hout, was het niet meer lonend om gezaagd hout naar Engeland te exporteren. Toen 12 jaar later ook nog eens een invoerverbod van gezaagd hout naar de Zuidelijke Nederlanden werd aangekondigd, betekende dit de doodsklap voor de wagenschotzagerij. De balkenzagerij wist zich naderhand te herstellen van de klap. Binnen een tijdsbestek van 30 jaar verdwenen er meer dan 100 houtzaagmolens uit de Zaanstreek.
Ook De Gekroonde Burcht overleefde deze slechte tijd niet. Op 17 januari 1758 liet Gelepij de brandverzekering van de molen beëindigen. In het register van de windpacht werd aangetekend: "1759 Afgebrooken".
Bronnen:
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 115
- “Zaanse molenbranden” R. Couwenhoven 2001 blz. 17-18
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 102.